Menu algemene parameters
Kies de taal : taal van het menu kiezen.
Nummer module op bus: nummer van de module op de huisautomatisering-BUS. Kan gebruikt worden voor het beheren van de uitgangen (relais en buzzers) op de
serial bridge. Uitgang 1: relais. Uitgang 2: buzzer.
Master/Slave: op alle bedienschermen die in de installatie aanwezig zijn, moet het type werking voor het beheer van de installatie worden ingesteld. MASTER moet
slechts voor één van de bedienschermen van de installatie worden ingesteld, terwijl alle overige bedienschermen worden aangemerkt als SLAVE.
Onder bedienscherm verstaan we bijvoorbeeld Planux Manager, Minitouch, Touchscreen, Serial Bridge, etc...
Activeer Bus To Tcp: activeert de serial bridge voor werking als omzetter tussen SimpleHome-BUS en LAN-netwerk met TCP/IP-protocol. Deze functie wordt
door de bedienschermen gebruikt om bedieningsinstructies te versturen over de huisautomatisering-BUS via het LAN-netwerk of om de
huisautomatiseringmodulen te programmeren via een op het LAN-netwerk aangesloten PC met de SimpleProg-software. In dit laatste geval is
de poort die in de software moet worden ingesteld voor het gebruik van deze functie de poort nummer 10011.
Alarmcentrale aanwezig: activeer indien er een alarmcentrale in de installatie aanwezig is die met de serial bridge moet communiceren.
Master/Slave: op alle bedienschermen die in de installatie aanwezig zijn, moet het type werking voor het beheer van de installatie worden ingesteld. MASTER moet
slechts voor één van de bedienschermen van de installatie worden ingesteld, terwijl alle overige bedienschermen worden aangemerkt als SLAVE.
Onder bedienscherm vers taan we bijvoorbeeld Planux Manager, Minitouch, Touchscreen, Serial Bridge, etc...
Zone inschakeling bus: als de optie "Activeer inschakeling alarm vanaf BUS" of "Activeer uitschakeling alarm vanaf BUS" is geactiveerd, maakt deze zone het mogelijk
om het inbraakbeveiligingssysteem in of uit te schakelen met een bedieningsinstructie rechtstreeks vanaf de BUS. Als u de vooringestelde
waarde (100) houdt, is het mogelijk de hele installatie in te schakelen met een bedieningsinstructie SET op de ZONE 100 of de hele installatie
uit te schakelen met een bedieningsinstructie RESET op de zone 100. Daarnaast is het mogelijk de afzonderlijke zones van de alarmcentrale
in te schakelen door zonebedieningsinstructies te versturen en aan het ingestelde zonenummer het nummer van de zone van de centrale die
men wil bedienen toe te voegen. Als men bijvoorbeeld de zone 3 van de centrale wil inschakelen, moet er een bedieningsinstructie SET naar
de zone 103 (100+3)worden gestuurd of een bedieningsinstructie RESET naar de zone 103 om de zone 3 van de centrale uit te schakelen.
Activeer inschakeling alarm vanaf bus: activeert de mogelijkheid om de alarminstallatie in te schakelen via een bedieningsinstructie op de huisautomatisering-BUS.
Activeer uitschakeling alarm vanaf bus: activeert de mogelijkheid om de alarminstallatie uit te schakelen via een bedieningsinstructie op de huisautomatisering-
Activeer inschakeling alarm vanaf WEB: activeert de mogelijkheid om de alarminstallatie in te schakelen vanaf de WEB-pagina van de serial bridge.
Activeer uitschakeling alarm vanaf WEB: activeert de mogelijkheid om de alarminstallatie uit te schakelen vanaf de WEB-pagina van de serial bridge.
Activeer RS232 To 485: activeert de serial bridge voor werking als omzetter RS232/RS485. LET OP: deze functie is alleen actief als op de klemmen +12 en -12 een
spanning van +12Vdc ÷ +13,8Vdc is ingesteld.
Activeer Alarm To Tcp: activeert de serial bridge voor werking als omzetter tussen de seriële poort RS232 van de alarmcentrale en het LAN-netwerk. Om in deze
modus te functioneren, dient de poort 10012 op het IP-adres van de Serial Bridge te worden gebruikt.
BUS.
31