ene bevat ethyl-, het andere methylalcohol. Mengsels van het eerste
soort mogen niet meer dan 10% ethylalcohol bevatten.
Mengsels van het tweede soort mogen geen methylalcohol (d.w.z. bran-
dspiritus) bevatten als daar geen stabilisators en corrosiewerende stoffen
bijgemengd zijn.
Zijn deze additieven aanwezig, dan mag het alcoholgehalte niet groter
zijn dan 5%.
Schade of vermogensverlies wegens gebruik van benzine/alcohol-
mengsels worden niet door onze garantie gedekt. Honda kan het gebruik
van methylalcohol in de benzine niet aanraden aangezien zijn geschik-
theid als brandstof tot nog toe niet is bewezen.
5.3.4 Controle van het remsysteem
Zorg ervoor dat het remvermogen van de machine aangepast is aan de
gebruiksvoorwaarden, en vat het werk niet aan als u twijfels hebt omtrent
de doeltreffendheid van de rem.
Indien nodig, stelt u de rem bij (
over de doelmatigheid, raadpleegt u uw leverancier.
5.3.5 M ontage van de aflaatbeveiligingen
(opvangzak of aflaatbeveiliging)
LET OP!
Gebruik de machine nooit zonder deze beveiligin-
gen!
HF2•••HT•
De montage van de beveiligingen moet met de hendel voor het omkiepen
in lage stand gebeuren.
Bevestig de opvangzak , door de bovenste
buis van het frame in de openingen van de
twee steunen (1) te steken.
Om de opvangzak perfect te centreren, dient
men de twee symbolen op de opvangzak en
op de achterste plaat uit te lijnen
Zorg dat de onderste pijp van de opvang-
zakmonding zich vast haakt aan de daarvoor
bestemde veerhaak (2). Indien het vastha-
ken moeilijk verloopt, of indien de opvang-
zak te los vastgemaakt is, dient men de veer
(
6.3.6) af te stellen.
Indien men wenst te werken zonder de op-
vangzak, is er, op aanvraag, een kit aflaatbe-
veiliging (
geven in de bijbehorende instructies, op de
achterplaat bevestigd dient te worden.
5.3.6 C ontrole van de veiligheid en de doeltreffendheid
van de machine
1. Controleer of de beveiligingen werken zoals aangegeven (
2. Controleer of de rem correct werkt.
3. Begin niet te maaien indien de snij-inrichtingen trillen of men twijfels heeft
omtrent de scherpe staat van de messen; denk er altijd aan dat:
– Een botte snij-inrichting rukt het gras uit een veroorzaakt de vergeling
van het gazon.
– Een snij-inrichting die niet goed vastzit gaat op abnormale wijze trillen
en is een potentiële gevarenbron.
NL
12
6.3.4) en indien u twijfels blijft hebben
9.2.) leverbaar die, zoals aange-
5.2).
LET OP!
Gebruik de machine niet indien men niet zeker is
van de doeltreffendheid en veiligheid en contacteer de Verkoper
voor de nodige controles of reparaties.
5.4 GEBRUIK VAN DE MACHINE
5.4.1 Het starten
GEVAAR!
Het starten dient altijd in de open lucht of in een
goed geventileerde ruimte te gebeuren! DENK ER ALTIJD AAN DAT
UITLAATGASSEN GIFTIG ZIJN!
Om de motor te starten):
– draai de benzinekraan (1) open ( indien voorzien);
– de koppeling in de vrije stand («N») zetten; (
– door de snij-inrichtingen uit te schakelen (
– schakel de handrem in als u zich op een hellend terrein bevindt;
– bij koud opstarten, dient men de starter (
– als de motor reeds warmgedraaid is, is het voldoende de hendel tussen
«LANGZAAM» en «SNEL» te zetten;
– steek de sleutel in het contactslot en draai deze in de «DRAAIEN» stand
om het elektrische circuit in werking te stellen, draai de sleutel daarna in
de «START» stand om de motor te starten;
– laat de sleutel los zodra de motor gestart is.
Als de motor eenmaal draait breng de gashendel terug in de «LANGZAAM»
stand;
BELANGRIJK
De choke dient uitgeschakeld te worden zodra de
motor regelmatig draait; het gebruik van de choke bij een warmgedraaide
motor kan de bougie bevuilen en een onregelmatige werking van de
motor veroorzaken.
OPMERKING
Als er moeilijkheden zijn bij het starten, blijf dan niet te
lang aanhouden om de accu niet uit te putten en de motor niet te verzui-
pen. Draai de sleutel weer in de «STOP» stand, wacht enkele seconden
en probeer opnieuw te starten. Indien het probleem voortduurt, raadpleeg
dan hoofdstuk «7» van deze handleiding en de handleiding van de motor.
BELANGRIJK
Denk er altijd aan dat de beveiligingssystemen het
starten van de motor beletten wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in
acht worden genomen (
belet tot starten is hersteld, dient de sleutel in de «STOP» stand gedraaid
te worden voordat de motor opnieuw gestart kan worden.
5.4.2 Het rijden en verplaatsen van de machine
LET OP!
De machine is niet goedgekeurd om op de open-
bare weg te rijden. Ze mag (volgens het Wegenverkeersregele-
ment) alléén gebruikt worden op privéterrein dat voor verkeer ge-
sloten is.
Tijdens het vervoer:
– de snij-inrichtingen uitschakelen;
– de snijgroep in de hoogste stand (stand «7») zetten;
HF2315SB•
Zet de gashendel in een tussenstand tussen «LANGZAAM» en «SNEL»
en zet de versnellingspook in de 1e versnelling (
Houd het pedaal ingetrapt om zo de handrem uit te schakelen; laat het
pedaal langzaam opkomen zodat het pedaal van de «remfunctie» naar
de «koppelingsfunctie» overgaat, waarbij de achterwielen in werking
gesteld worden (
4.21).
4.22 ofwel 4.32);
4.7);
4.2) aan te schakelen;
5.2). Nadat in de bovenstaande gevallen het
4.22).