Xylem Lowara Aquavar IPC Guide De Démarrage page 49

Operating Mode
Veranderen bedrijf
Modus overschrijft
huidige instelling
Enkele pompbesturing
Operating Mode
Veranderen bedrijf
Modus overschrijft
huidige instelling
Multipompbesturing
Operating Mode Veranderen
bedrijf Modus overschrijft
huidige instelling
Snelheidsregeling
3.3.2 Enkelvoudige pompbesturing
Voorbeeld voor pomp met constante druk en laag vermogen.
Toepassingstype
Constante druk
Drukregelaars
bar
Integratortijd
Snel
Regelingband
20%
Wilt u Autoset gebruiken
voor de overigie instellingen
Ja
Instelpunt
3,5 bar
Constante druk
Standaardwaarde geladen.
(Zie IOM)
[OK]
Start-Up Genie voltooid.
Druk op [OK] om af te sluiten.
3.3.3 Meervoudige pompregeling (Multicontrol)
Dit voorbeeld is voor vier pompen met constante drukregeling.
Configureer elke omvormer met dezelfde parameterwaarden vanaf de
eerste omvormer tot de laatste.
Multipompbesturing
MulCtl multi master
Pompadres
1
®
Lowara Aquavar QUICK START GUIDE
1. Enkelvoudige pompbesturing
(ga verder met Enkelvoudige pomp-
besturing op pagina 49)
2. Meervoudige pompbesturing
(ga verder met Meervoudige pomp-
regeling (Multicontrol) op pagina
49)
3. toerentalsregeling voor toepas-
singen met vaste toerental (ga
verder met op pa-
toerentalregeling
gina 49)
1. Keuzes zijn Constant Pressure
(constante druk), Flow Control (de
debietregeling) and Level Control
(niveauregeling). Raadpleeg de
volledige handleiding voor meer
bijzonderheden.
2. Selecteer Pressure Control Unit
(drukregeling).
3. Selecteer Ramp Time (aanloop-
tijd) Zie Beschrijving aanloopbestu-
ring op pagina 51 voor meer in-
formatie.
4. Stel de gewenste drukregeling
in voor Double Ramp Control Lo-
gic. Zie Beschrijving aanloopbestu-
ring op pagina 51 voor meer in-
formatie.
5. Selecteer Yes om de overige in-
stellingen automatisch te doen.
Zie Overzicht autoset parameters
pagina 52 voor meer informatie.
6. Stel het gewenste setpoint in.
7. Standaardwaarde geladen.
Druk op OK om verder te gaan.
8. Programmeren voltooid Selec-
teert OK om de start-up Genie te
verlaten.
1. Selecteer Multipump bediening
uit de lijst hieronder. Raadpleeg
de volledige handleiding voor
meer bijzonderheden.
• Vaste toerentalvolger
• Multi Master Synch
• Multi Master MulCtl
2. Selecteer Pump Multi-pump
adres van 1 tot 4.
Toepassingstype
Constante druk
Drukregelaars
bar
Integratortijd
Snel
Regelingband
20%
Aantal pompen
2
Aantal stand-bypompen
0
Wilt u Autoset gebruiken
voor de overigie instellingen
Ja
Instelpunt
3,5 bar
Constante druk
Standaardwaarde geladen.
op
(Zie IOM)
[OK]
Start-Up Genie voltooid.
Druk op [OK] om af te sluiten.
3.3.4 toerentalregeling
Voorbeeld van toepassingen met constant toerental met een extern
analoog stuursignaal.
Toerentalregeling maakt
regeling toerental door
externe bron mogelijk A
Startsignaal op DI 18
is nodig voor starten
en stoppen van de pomp
[OK]
Referentiebron toerental
Analoge ingang 53
Configureer altijd de DIP
switch onder het toetsenblok
passend bij terugkoppeltype
Set I voor stroom (mA) en
U voor
spanningsterugkoppling
Verander NIET de DIP
switch
stand terwijl de aandrijving
onder spanning staat. [OK]
nl - Vertaling van origineel
3. Keuzes zijn Constant Pressure
(constante druk), Flow Control (de
debietregeling) and Level Control
(niveauregeling). Raadpleeg de
volledige handleiding voor meer
bijzonderheden.
4. Selecteer Pressure Control Unit
(drukregeling).
5. Selecteer Ramp Time (aanloop-
tijd) Zie
Beschrijving aanloopbestu-
op pagina 51 voor details.
ring
6. Stel de gewenste drukregeling
in voor Double Ramp Control Lo-
gic. Zie Beschrijving aanloopbestu-
ring op pagina 51 voor details.
7. Selecteer het aantal pompen,
van twee tot vier.
8. Selecteer het aantal standby-
pompen.
9. Selecteer Yes om de overige in-
stellingen automatisch te doen.
Zie Overzicht autoset parameters
pagina 52 voor details.
10. Stel het gewenste setpoint in.
11. Standaardwaarden geladen,
druk op OK om door te gaan.
12. Programmeren voltooid, se-
lecteer OK om de Start-up Genie
te verlaten.
1. Let op dat toerentalsregeling
een start- en stopsignaal vereist
op digitale ingang 18.
2. Selecteer uw analoge ingangs-
referentiebron.
3. Let op dat uw DIP-schakelaar
goed is ingesteld en ga verder
met de pijl omlaag. De analoge in-
gang op klem 53 accepteert al-
leen 4-20 mA. De DIP-schakelaar
werkt alleen als analoge ingang
op klem 54 die standaard staat op
0-10 V.
op
49