opmErkIng
►
U kunt 1 - 7 batterijen afzonderlijk opladen:
- 4 x type C of type D op de oplaadvlakken 1 tot 4
1 x li-ionbatterij (3,6 - 3,7 V) op de laadcontacten
of
- 6 x type AA of AAA op de oplaadvlakken 1 tot 4
1 x li-ionbatterij (3,6 - 3,7 V) op de laadcontacten
ni-MH-/ni-Cd-batterijen opladen
♦
Als u de batterijlader op het lichtnet hebt aangesloten, kunt u de Ni-MH-/
Ni-Cd-batterijen op de oplaadvlakken 1 tot 4
♦
De oplaadprocedure begint automatisch nadat u de batterij op het oplaad-
vlak hebt geplaatst. De batterijlader heeft een bedrijfstoestandindicatie
voor elk compartiment in het oplaadvlak. De bedrijfstoestandindicatie van
een compartiment geeft steeds de actuele laadstatus van de erin geplaatste
afzonderlijke batterij weer. Bovendien wordt op het display
laadstatus van de afzonderlijke batterijen in procenten weergegeven.
opmErkIng
►
Als een van de bedrijfstoestandindicaties langer dan 5 seconden rood
knippert, is de batterij niet correct op het oplaadvlak geplaatst, of defect.
Li-ionbatterijen opladen
♦
Als u de batterijlader op het lichtnet hebt aangesloten, kunt u één li-ionbatte-
rij opladen. Ga als volgt te werk:
♦
Pas eerst de laadcontacten
uw li-ionbatterij aan, door de laadcontacten
♦
Plaats de li-ionbatterij met zijn laadcontacten tegen de laadcontacten
van de batterijlader.
LEt op
►
Let erop dat de laadcontacten
plus en min gemarkeerde contacten van de li-ionbatterij. De polariteit en
de spanning van de batterij worden automatisch door de batterijlader
herkend. Li-ionbatterijen hebben vaak meer dan twee contacten. Als de
laadcontacten
rij, kan de batterij defect raken.
TLGL 1000 B1
aan de positie van de plus- en minpool van
5
uitsluitend contact maken met de met
5
contact maken met andere contacten van de li-ionbatte-
5
en daarnaast
7
5
en daarnaast
7
.
5
plaatsen en opladen.
7
de actuele
te verschuiven.
5
NL │ BE
│
2
5
■
35