♦
Zet de batterij tijdens het opladen vast in de houder
houder
houder
opmErkIng
►
Het plateau van de houder
rijen van verschillende groottes vast te zetten.
♦
De oplaadprocedure begint automatisch nadat u de batterij op het oplaadvlak
hebt geplaatst. De bedrijfstoestandindicatie
de batterij aan. Bovendien wordt op het display
de batterij in procenten weergegeven.
Meldingen over de bedrijfstoestand
De verschillende indicaties hebben de volgende betekenissen:
■
De LED knippert om de seconde rood en groen: de accu's worden afwisse-
lend opgeladen en ontladen. (refresh-functie: oudere accu's of accu's die al
lang bewaard werden, worden opgefrist.)
■
De LED knippert om de seconde groen: een diep-ontladen accu wordt eerst
met gereduceerde oplaadstroom voorzichtig opgeladen.
■
De LED brandt continu rood: de accu's worden met de maximale oplaad-
stroom opgeladen.
■
De LED brandt continu groen: de accu's zijn volledig opgeladen en de bat-
terijlader schakelt over op druppellading.
Daarnaast wordt op het display
lijke accu procentueel weergegeven.
Berekening van de gemiddelde oplaadtijd
De oplaadduur hangt af van type, ouderdom en restlading van de accu's. De
gemiddelde oplaadtijden kunt u berekenen met behulp van de navolgende tabel.
Let er echter wel op, dat het bij de berekende tijden alleen om richtwaarden gaat.
Ni-MH-/Ni-Cd-batterijen:
Oplaadtijd (min.) = capaciteit van de batterij (mAh) x 1,4 x 60 + 30
Li-ionbatterij:
Oplaadtijd (min.) = capaciteit van de batterij (mAh) x 1,4 x 60 + 60
■
36
│
NL │ BE
zo ver naar achteren dat de li-ionbatterij erin past en laat dan de
6
weer los. De li-ionbatterij is dan vastgezet.
6
6
Laadstroom van het apparaat (mA)
Laadstroom van het apparaat (mA)
kan 180° worden gedraaid om li-ionbatte-
geeft de actuele laadstatus van
4
de actuele laadstatus van
de actuele laadtoestand van elke afzonder-
. Trek daartoe de
6
TLGL 1000 B1