13.
Verhelpen van storingen
Het modelvoertuig werd volgens de nieuwste technische inzichten vervaardigd. Er kunnen desondanks problemen of
storingen optreden. Hieronder vindt u een overzicht met manieren om eventuele problemen zelf op te lossen.
Probleem
Het model reageert niet
Het voertuig blijft niet staan als de
bedieningshendel voor de rijfunctie
losgelaten wordt.
Het rechtuitrijden klopt niet.
Besturing of rijbeweging tegen-
gesteld t.o.v. de beweging van het
Stuurwiel en de gashefboom van de
zender
Het voertuig wordt trager resp. de
stuurservo vertoont maar weinig
reactie
Onvoorziene reacties van het
voertuig, aandrijving resp. servo"s
lopen aan zonder reden, de sturing
werkt niet goed
80
Oplossing
• Accupack van het voertuig controleren.
• Accu's/batterijen in de zender controleren.
• Controleer de aansluiting van de accupack.
• Aan/uit-schakelaar van het voertuig en de zender controleren.
• Controleer de opschriften op de kristallen (dezelfde frequentie).
• Voer de vervanging van kristallen uit op een ander kanaal.
• Stel met behulp van de trimming op de zender de neutrale stand
voor de rijfunctie juist in.
• Stel met behulp van de trimming op de zender de stuurfunctie
correct in.
• Controleer de stuurstang.
• Controleer de speling van de besturing en wielophanging en
vervang eventueel de versleten onderdelen.
• Controleer de servo-reversefuncties van de afstandsbediening
en verander deze eventueel.
• Accupack van het voertuig controleren.
• Zenderantenne volledig uittrekken.
• Antenne van de ontvanger afwikkelen en correct leggen (in
verticaal gemonteerde antennebuisjes).
• Accu's/batterijen in de zender controleren.
• Accupack van het voertuig controleren.
• Controleer de opschriften op de kristallen (dezelfde frequentie).
• Voer de vervanging van kristallen uit op een ander kanaal.
• De afstand tussen het voertuig en de zender is te klein resp. te
groot.