• Leg het netsnoer zodanig, dat het tijdens
het zagen niet door takken of dergelijke
vastgegrepen wordt.
• Maak gebruik van een aardlekschakelaar
met een uitschakelstroom van 30 mA of
minder.
Veiligheidsfunkties
1 achterste handvat met
A
bescherming voor de hand
(16)
beschermt de hand tegen takken
en twijgen en als de ketting
losspringt.
3 kettingremhendel /
bescherming van de hand
Veiligheidsvoorziening,
die de ketting bij terugslag
onmiddellijk stopzet; de hendel
is ook manueel te gebruiken;
beschermt de linker hand van
de gebruiker als deze van het
voorste handvat afglijdt.
5 ketting met lichte terugslag
helpt u door speciaal
ontwikkelde veiligheids
voorzieningen terugslagen op te
vangen.
7 klemmhendel
versterkt de stabiliteit als
vertikale snedes doorgevoerd
worden en maakt het zagen
makkelijker.
9 elektromotor
is om veiligheidsredenen dubbel
geïsoleerd
10 Aan-/uitschakelaar met
kettingblokkering
bij loslaten van de aan- en
uitschakelaar stopt de machine
onmiddellijk
11 startvergrendeling
om de machine te kunnen
starten, moet eerst de
startvergrendeling ontgrendeld
worden.
12 kettingbout
vermindert het gevaar voor
verwondingen als de ketting
breekt of losspringt.
Ingebruikname
Draag bij het werken met de ket-
tingzaag altijd veiligheidshand-
schoenen en gebruik enkel de
originele onderdelen. Trek de
stekker uit als u aan de machine
zelf wil werken. Er bestaat ge-
vaar voor verwondingen!
Voordat u de elektrische kettingzaag in ge-
bruik stelt, moet u zwaard en zaagketting
monteren de ketting instellen, de kettingolie
bijvullen en controleren of de automatische
olietoevoer en de kettingrem goed functio-
neren.
Opgepast! De zaag kan olie verlie-
zen
Let u alstublieft erop dat de zaag na ge-
bruik kan naoliën of leeglopen, vooral als
ze zijdelings of op kop wordt gelegerd. Dit
is normaal en wordt door de noodzakelijke
verluchtingsopeningen in de bovenste
tankrand veroorzaakt en is geen reden tot
klacht. Aangezien elke zag in de productie
gekontrolleerd en met olie getest wordt,
kan het zijn dat ondanks lediging een
klein beetje olie in de tank gebleven is,
welke tijdens het transport de behuizing
licht met olie bevuild. Maak de behuizing
met een vod schoon.
NL
59