I. ALGEMEEN
CONSTRUCTIE
Het geraamte van de kast bestaat uit geëxtrudeerde en geanodiseerde aluminium profielen die bij mekaar worden
gehouden door versterkte polypropyleen hoeken. De dubbelwandige panelen zijn 15mm dik : de buitenkant is van
voorgeverfd staal, kleur RAL 9002, met verf van het type thermonetvorming met silicone (5µm grondlaag + 20µm
polyester deklaag), de binnenkant bestaat uit gegalvaniseerd staal (DIN 17162). De thermische isolatie tussen beide
wanden wordt verzorgd door zelfdovend PSE (conform aan klasse M1), volgens de Europese milieunormen.
De DFE luchtbehandelingskasten bestaan uit één stuk.
Alle toegangspanelen (ventilatoren en filters) zijn voorzien van een handvat.
Micro-watt VENTILATOREN
De DFE serie is uitgerust met micro-watt centrifugaalventilatoren. De bijbehorende DFE regeling is speciaal
ontwikkeld om de voordelen van deze technologie optimaal te benutten.
Verifieer altijd of de netspanning overeenkomt met die van de ventilator en dat de aansluitingen gebeuren volgens
bijgevoegd schema.
Opgelet !! : Het starten en stoppen van de DFE moet gebeuren met de softstop functie via de klemmen
K1/K2/K3 van de CBr en niet door het onderbreken van de 230V voeding.
Enkele waarden die u moet controleren
Voeding : 230VAC (210V<V<250V).
Frequentie : 50/60 Hz.
Aarding verplicht.
De motoren zijn beschermd tegen overspanning. Het is dus niet nodig om een electrische beveiliging hiertegen te
voorzien. Zie § 3.2 voor gedetailleerde instructies.
Isolatieklasse
Ventilator / DFE: IP44
RC TAC3 REC: IP20
Indien u extra gaten maakt in de aansluitdozen besteed dan bijzondere aandacht een de dichtheid van de doos.
Nominale temperatuur: -10° C/+55° C.
Conformiteit : CE en UL gekeurd.
Opstarten
Vooraleer u het apparaat opstart vragen wij u om volgende punten te controleren:
- Kan het ventilatorwiel vrij draaien?
- Heeft u alle aansluitingen uitgevoerd volgens de geldende Europese Normen?
- Zijn alle nodige veiligheidsmaatregelen genomen? (draaiende delen, electrische veiligheid,...).
Werkomstandigheden
Afhankelijk van de omstandigheden mag de motor niet worden blootgesteld aan temperaturen lager dan –10°C en
hoger dan 55° C. De ventilatoren zijn niet geschikt om in een aggressief of explosief klimaat te werken. Het is niet
aangeraden om de ventilator iedere 5 minuten te starten en te stoppen.
Lucht/Lucht tegenstroom warmtewisselaar
Controleer de volgende punten :
Zijn de kondensbak, de sifon en de afwatering voldoende luchtdicht aangesloten?
De afwatering moet een helling van minstens 1cm/m hebben.
De sifon moet altijd bereikbaar zijn.
Bij buiteninstallaties (directe afwatering) moet er een sifon met membraan gebruikt worden (meegeleverd).
Gebruik indien nodig een electrische draadweerstand om bevriezing van de afwatering te voorkomen (niet
meegeleverd).
55