4.1.2.3 Bediening als het CBr circuit als 'meester' wordt gebruikt
De referentiewaarde van het pulsiedebiet staat in functie van een 0-10V signaal dat op ingang K2 van het CBr circuit
is aangesloten (lineaire relatie). Het extractiedebiet is gelijk aan %AF/TOE van het pulsiedebiet (behalve indien er
een apart 0-10V signaal is voor het extractiedebiet – via advanced setup).
•
Het starten/stoppen van de ventilatoren gebeurt via de ingang K1 van het CBr circuit.
•
De voeler wordt aangesloten op ingang K2 van het CBr circuit.
•
Via ingang K3 kan er een tweede referentiewaarde geactiveerd worden.
Aansluitschema
a) Aansluiten van 1 voeler op 1 circuit
b) Aansluiten van 1 sonde op meerdere parallelle circuits
(*)
K1 gesloten
softstart
K1 open
softstop
signaal 0-10V. Maximum impedantie 1500 Ω.
K2
K1+K3 gesloten
% op K3 actief
K3 open
% op K3 inactief
Opgelet K1/K3: Gebruik vergulde contacten.
(*)
69
(*)