4.1.1.3 Bediening als het CBr circuit als 'meester' wordt gebruikt
De 3 constante pulsiedebieten (m³u K1, m³u K2 en m³u K3) worden geactiveerd via de ingangen K1/K2/K3 op het
CBr circuit (weergave via de LEDs I / II / III op de RC). Het extractiedebiet staat in functie van het pulsiedebiet
(%AF/TOE).
Aansluitschema
a) Aansluiten van 3 externe contacten op 1 circuit
CBr
K1 gesloten
K2 gesloten
K3 gesloten
K1/K2/K3 open
Opgelet K1/K2/K3: Gebruik vergulde contacten.
b) Aansluiten van 1 COM4 (4 standenschakelaar) op 1 circuit
CBr
c) Aansluiten van 3 externe contacten op meerdere circuits
3
Debiet m
u K1
3
Debiet m
u K2
3
Debiet m
u K3
softstop
66