INsTALLATIE
Montage
12.4.3 Aansturing zonder verwarmingsbeveiliging
Als er geen verwarmingsbeveiliging gemonteerd moet worden
(soms door het energiebedrijf vereist), kan de functie van de elek-
tronica van de warmteaccumulator gebruikt worden.
f Daarvoor sluit u ofwel de signalen van het elektriciteitsbe-
f
drijf LF en N ofwel de signalen SH en N van de betreffende
oplaadsturing rechtstreeks aan op de klemmen LF/SH en N
van de warmteaccumulator.
f Stel in het configuratiemenu parameter P15 in op 1 (zie
f
hoofdstuk "Installatie/instellingen").
De verwarmingselementen in het toestel worden pas ingescha-
keld, wanneer het energiebedrijf LF heeft vrijgegeven en de elek-
tronische oplaadregelaar het opladen vrijgeeft.
12.4.4 Typeplaatje toestel
Info
Documenteer het aansluitvermogen en de nominale op-
laadduur.
f Markeer daarvoor de betreffende vakjes op het typeplaatje.
f
12.5 Montagevarianten
1
3
1 Vloermontage
2 Montage bij voldoende draagkrachtige wand met wandhou-
der (ETW 120-360 Plus)
3 Montage bij onvoldoende draagkrachtige wand met
steunconsole
4 Montage bij niet-draagkrachtige wand met vloerconsole
www.stiebel-eltron.com
2
4
12.5.1 Vloermontage
Het montagevlak voor het toestel moet effen zijn en voldoende
draagvermogen hebben. Meer gegevens over het gewicht van het
toestel vindt u in het hoofdstuk "Technische gegevens/gegeven-
stabel".
f Neem bij twijfel contact op met een bouwexpert.
f
De toestellen kunnen op iedere gangbare vloer geplaatst worden,
maar in de steunzone kunnen bij PVC-, parket- en lang- of hoogpo-
lige tapijtvloeren onder druk en warmte-inwerking veranderingen
optreden. In deze gevallen moeten warmtebestendige onderleg-
platen gebruikt worden (ter plaatse aan te schaffen).
De stabiliteit van het toestel moet verzekerd worden door beves-
tiging op de wand of op de vloer.
Voor montage aan de wand bij een wand met voldoende draag-
vermogen is in de achterwand van het toestel ter hoogte van de
schakelruimte een gat aangebracht.
f Schroef het toestel met een geschikte schroef op de wand
f
zodat het niet kan kantelen.
Optioneel kunt u het toestel door vier gaten (Ø 9 mm) in de toe-
stelvoeten aan de vloer vastschroeven.
f Demonteer het luchtafvoerrooster, de voorwand en de lucht-
f
geleidingsmodule (zie hoofdstuk "Montage/toestel openen en
het toestel reinigen").
f Schroef het toestel met geschikte schroeven vast aan de
f
vloer.
12.5.2 Ophanging van het toestel met wandbeugels
Houd bij deze vorm van montage rekening met het volgende:
Als er een wand met voldoende draagvermogen is, kunt u het
toestel met de meegeleverde wandhouders aan de opstelwand
bevestigen. Daarbij geldt het volgende:
- ETW 120-360 Plus: De wandbeugel draagt het gewicht van
het toestel.
- ETW 420-480 Plus: De wandbeugel moet worden onder-
steund met een bijkomende steunconsole (toebehoren).
- Bij montage aan een beperkt draagkrachtige wand is voor de
toestellen ETW 120-360 Plus een extra steunconsole noodza-
kelijk (toebehoren).
f Schroef de beide wandbeugels los van de achterwand van
f
het toestel.
ETW 120-480 Plus |
93