terwijl u ze ingedrukt houdt, verwijdert u
de twee beschermdoppen (X) (Fig. 11b).
4. Plaats de twee doppen op de speciale plaa-
tsen onder de basis (Fig. 12a – 12b).
LET OP! Bewaar de doppen zorgvuldig, omdat
ze onmisbaar zijn om het ISOFIX systeem
weer in de basis te stoppen als het niet wordt
gebruikt.
HET AUTOSTOELTJE INSTALLEREN
5. Plaats het autostoeltje op de gekozen zit-
ting. LET OP! Controleer dat er zich geen
voorwerpen tussen het autostoeltje en de
zitting of het autostoeltje en het portier
bevinden.
6. Haak de twee ISOFIX connectors aan de
bijbehorende ISOFIX aanhechtingen op de
autozitting, tussen de rugleuning en de zit-
ting (Fig. 13). LET OP! Verzeker u ervan dat
de bevestiging goed heeft plaatsgevonden
door te controleren dat de twee melders
(Z) de groene kleur aanwijzen.
7. Duw het autostoeltje resoluut tegen de ru-
gleuning van de auto (Fig. 14), om u ervan
te verzekeren dat het er helemaal op aan-
sluit.
DE TOP TETHER INSTALLEREN
De installatie van het autostoeltje wordt en-
kel en alleen voltooid met de installatie van
de Top Tether.
LET OP! Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van
de auto om het bevestigingspunt van de Top
Tether aan het autostoeltje te vinden. Dit be-
vestigingspunt is gemerkt door een speciaal
etiket (Fig. 15) en kan zich bevinden op de
plaatsen aangeduid in de figuren 16a – 16b
– 16c – 16d – 16e.
LET OP! Controleer dat de verankering die voor
de Top Tether is gebruikt, de juiste is. Verwar
hem niet met een ring die ervoor bedoeld is
om de bagage vast te zetten (Fig. 17).
LET OP! Haal de Top Tether tussen het hoge
gedeelte van de rugleuning van de autozit-
ting en de hoofdsteun door. Laat de Top Tether
nooit over de hoofdsteun lopen (Fig. 18).
8. Als het bevestigingspunt is gevonden,
maakt u de haak (DD) van de Top Tether
vast (Fig. 19).
9. Stel de lengte van de gordel van de Top
Tether af, door stevig aan de band te
trekken om hem te spannen (Fig. 20). Dat
de juiste spanning is bereikt, wordt bevesti-
gd door de groene kleur van de melder op
de band (Fig. 21).
10. Rol het teveel aan band op en zet het met
de speciale velcro vast (Fig. 22).
LOSKOPPELING
LET OP! Haal het kind uit het autostoeltje,
voordat u overgaat tot de loskoppeling ervan.
1. Maak de Top Tether los door op de speciale
knop BB (Fig. 23) te drukken en maak de
haak los.
2. Rol de band van de Top Tether op en zet
hem met de speciale velcro vast (Fig. 22).
3. Trek de loskoppelhandgreep van het ISO-
FIX systeem (L) naar buiten en terwijl u de
handgreep aangetrokken houdt, haalt u het
autostoeltje van de rugleuning van de auto,
tot het ISOFIX systeem er VOLLEDIG uitge-
trokken is. (Fig. 24a-24b)
4. Terwijl u de twee rode knoppen naar bin-
nen drukt, haakt u de twee connectors van
de bijbehorende ISOFIX aanhechtingen op
de autozitting (Fig. 25).
5. Verwijder de twee voorheen aangebrachte
doppen van het autostoeltje en breng ze
weer op de bijbehorende ISOFIX con-
nectors aan. Let erop dat de twee uiteinden
naar binnen zijn gericht (Fig. 26a-26b).
6. Duw het ISOFIX systeem in de basis van
het autostoeltje en laat het er helemaal
invallen (Fig. 27).
HET AUTOSTOELTJE MET DE DRIEPUNT-
SGORDEL IN DE AUTO INSTALLEREN
LET OP! LAAT DE AUTOGORDELS NOOIT OP
ANDERE PLAATSEN LOPEN DAN DIE IN DEZE
GEBRUIKSAANWIJZING WORDEN AANGE-
DUID: ANDERS KAN DE VEILIGHEID VAN HET
KIND IN HET GEDRANG KOMEN!
De passages van de gordels zijn met rode te-
kens op het autostoeltje aangegeven.
LET OP! Deze instructies hebben, zowel in de
tekst als op de tekeningen, betrekking op de
installatie van het autostoeltje op de rechter
achterzitting. Verricht dezelfde handelingen
voor installaties op andere plaatsen.
1. Plaats het autostoeltje op de gekozen zit-
ting. LET OP! Controleer dat er zich geen
voorwerpen tussen het autostoeltje en de
zitting of het autostoeltje en het portier
bevinden.
2. Hel de rugleuning van het autostoeltje he-
lemaal naar achteren door de hendel onder
de zitting (Q) naar u toe te trekken (Fig.
28).
3. Trek aan de veiligheidsgordel van de auto
en laat hem door de ruimte tussen de ru-
gleuning en de basis van het autostoeltje
heen lopen (Fig. 29).
4. Laat het buikgedeelte van de driepuntsgor-
del van de auto door de speciale geleidin-
gen voor de gordels (Fig. 30) heen lopen.
5. Trek hem er aan de andere kant van het au-
56