De gebruiksduur wordt verkort door:
Bijzondere persoonlijke aanleg voor
–
slechte doorbloeding (kenmerk:
vaak koude vingers, kriebelen)
Lage buitentemperaturen
–
De mate van kracht uitgeoefend
–
door de handen (stevig beetpakken
beïnvloedt de doorbloeding nadelig)
Bij regelmatig, langdurig gebruik van het
motorapparaat en bij het herhaald
optreden van de betreffende
symptomen (bijv. vingers kriebelen)
wordt een medisch onderzoek
geadviseerd.
Onderhoud en reparaties
Het motorapparaat regelmatig
onderhouden. Alleen die onderhouds-
en reparatiewerkzaamheden uitvoeren
die in de handleiding staan beschreven.
Alle andere werkzaamheden laten
uitvoeren door een geautoriseerde
dealer.
STIHL adviseert onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden alleen door
de STIHL dealer te laten uitvoeren. De
STIHL dealers worden regelmatig
geschoold en hebben de beschikking
over Technische informaties.
Alleen hoogwaardige onderdelen
monteren. Als dit wordt nagelaten is er
kans op ongelukken of schade aan de
handrugnevelspuit. Bij vragen contact
opnemen met een geautoriseerde
dealer.
BR 500, BR 550, BR 600
STIHL adviseert originele STIHL
onderdelen te monteren. Deze zijn qua
eigenschappen optimaal op het
apparaat en de eisen van de gebruiker
afgestemd.
Voor reparatie-, onderhouds- en
schoonmaakwerkzaamheden altijd de
motor afzetten – kans op letsel! –
Uitzondering: afstelling carburateur en
stationair toerental.
De motor mag bij een losgetrokken
bougiesteker of bij een losgedraaide
bougie niet met behulp van het
startmechanisme worden getornd –
brandgevaar door ontstekingsvonken
buiten de cilinder!
Het motorapparaat niet in de nabijheid
van open vuur onderhouden en opslaan.
De tankdop regelmatig op lekkage
controleren.
Alleen in goede staat verkerende, door
STIHL vrijgegeven bougies – zie
"Technische gegevens" – monteren.
Bougiekabel controleren (goede isolatie,
vaste aansluiting).
Controleer of de uitlaatdemper in een
goede staat verkeert.
Niet met een defecte of zonder
uitlaatdemper werken – brandgevaar! –
Gehoorschade!
De hete uitlaatdemper niet aanraken –
gevaar voor brandwonden!
De staat van de antivibratie-elementen
beïnvloedt het trillingsgedrag – de
antivibratie-elementen regelmatig
controleren.
Motor afzetten voor het opheffen van
storingen.
Apparaat completeren
Bedieningshandgreep monteren
1
2
De beide helften van de zadelklem
N
uit elkaar trekken
Bedieningshandgreep (1) op de
N
blaaspijp (2) schuiven
1
2
3
Bedieningshandgreep (1) ten
N
opzichte van de naad op de
blaaspijp uitlijnen – zoals afgebeeld
Bedieningshandgreep (1) met
N
bout (3) zo bevestigen dat deze nog
net op de blaaspijp (2) kan worden
verschoven
Nederlands
65