Instellen van de temperatuur
Koelruimte
De temperatuur is instelbaar van +2 °C tot +8 °C.
Temperatuur-insteltoets +/- net zo vaak indrukken tot
de gewenste temperatuur in de koelruimte
is ingesteld.
De laatst ingestelde waarde wordt in het geheugen
opgeslagen. De ingestelde temperatuur wordt
aangegeven op temperatuurindicatie koelruimte.
Het vriesvak
De temperatuur in de koelruimte beïnvloedt de
temperatuur in het vriesvak. Verander de temperatuur
in de koelruimte om de temperatuur in het vriesvak te
veranderen. Een hoger ingestelde
koelruimtetemperatuur veroorzaakt een hogere
vriesvaktemperatuur.
Alarm function
Deuralarm
Het deuralarm (aanhoudend geluidssignaal) wordt
ingeschakeld als de deur van het apparaat langer dan
twee minuten openstaat. Door de deur te sluiten wordt
het alarmsignaal weer uitgeschakeld.
Alarm uitschakelen
De alarm-toets Ú indrukken om het alarmsignaal uit
te schakelen.
84
Snel-functie
Wanneer de snel-functie is ingeschakeld, wordt het
kouder in het vriesvak en in de koelruimte.
Aanwijzingen
▯
Het apparaat kan hardere bedrijfsgeluiden gaan
maken.
▯
Voor het invriezen van kleine hoeveelheden
levensmiddelen hebt u de snel-functie niet nodig.
Snel-functie gebruiken
▯
Bij het aanbrengen van de verse levensmiddelen
de snel-functie inschakelen.
▯
Snel invriezen van levensmiddelen – vitaminen,
voedingswaarde, uiterlijk en smaak blijven
behouden.
▯
Snel koelen van dranken
▯
Bewaren van grote hoeveelheden levensmiddelen
in de koelruimte.
In- en uitschakelen
Toets Snel Û indrukken.
De toets brandt wanneer de snel-functie is
ingeschakeld.
De snel-functie schakelt na ca. 1½ dagen automatisch
uit en het apparaat wordt op de eerder ingestelde
temperatuur geschakeld.
Netto-inhoud
De gegevens bij de nuttige inhoud vindt u op het
typeplaatje in uw apparaat (zie de afb. in het
hoofdstuk „Servicedienst").
De koelruimte
De koelruimte is een ideale plaats voor het bewaren
van vlees, worst, vis, melkproducten, eieren,
toebereide etenswaren en brood/banket.