11. ONDERHOUD
Alle onderhoudswerkzaamheden waarbij de
pomp gedemonteerd en weer in elkaar gezet
moet worden, moeten worden uitgevoerd door
een gespecialiseerde monteur
Alle onderhoudswerkzaamheden moeten worden
uitgevoerd met de pomp losgekoppeld van de
elektrische voeding
In normale gebruiksomstandigheden dient de pomp elke
12 maanden geïnspecteerd te worden (ca. elke 2500
bedrijfsuren); als de gebruiksomstandigheden zwaar zijn,
voer de inspectie dan elke 6/8 maanden (ca. 2000 uur) uit.
Om de prestaties van de pomp door de tijd heen optimaal
te houden, moet de slijtring van de rotor opnieuw worden
afgesteld (zie paragraaf 11.2) bij elke onderhoudsbeurt.
Voer regelmatig onderhoud aan de pomp uit volgens de
onderstaande tabel.
Onderdeel
Smeerolie
Mechanische afdichting
O-ringen, pakkingen
Lagers
11.1. Olie bijvullen/verversen
Vul de olie bij of ververs deze via de opening aan de zijkant
van de motor, waarbij u de pomp horizontaal neerlegt (zie
Fig. 15.3.1). Controleer of in het oliereservoir de hoeveelheid
olie aanwezig is die aangegeven is in tabel 15.3.2.
Gebruik een witte minerale olie (CAS 8042475) die compatibel
is met contact met voedselproducten, niet schuimt en niet
reinigt, zoals: SHELL TELLUS 29, EXXON UNIVOLT 60/
N61, CHEVRON SUPERLA FDA APPROVED # 10.
11.2. Afstellen van de slijtring (Fig. 15.1.1 tot en met 15.1.8)
Stel het volgende zo klein mogelijk in:
-
de afstand tussen de rotor (1, 1a) en de achterste
slijtring (3, 5) door een afstandsring van de juiste dikte
(4, 4a) te kiezen;
-
de afstand tussen de rotor (1, 1a) en de diffusor (2,
2a) door de betreffende moeren (6, 6a) aan te halen.
Periode/handeling
Controleer de staat en het
peil om de 6 maanden.
Als er sporen van water
aanwezig zijn, vervang de
olie dan (vervang bij elk
onderhoud de afdichtring).
Controleer de staat als er
sporen van water in de olie
aanwezig zijn.
Vervangen bij elke
demontage.
Vervangen om de 10.000
uur.
12. GEGEVENSPLAATJE
1
Model
2
Artikelcode
3
Minimaal en maximaal debiet in l/min
4
Vloeistofdruk bij minimaal en maximaal debiet in m
5
Maximale vloeistofdruk in m
6
Type motor (eenfase of driefasen)
7
Vermogen in kW
8
Nominale spanning in V
9
Nominale stroom in A
10 Nominale frequentie in Hz
11 Minimale vloeistofdruk in m
12 Aantal toeren in min
-1
13 Capaciteit van de condensator (alleen voor eenfase)
14 Spanning van de condensator (alleen voor eenfase)
15 Maximumtemperatuur van de vloeistof
16 Beschermingsgraad van de pomp
17 Isolatieklasse en bedrijfstype
18 Gewicht in kg
19 Serienummer
20 Maximale werkingsdiepte
NL
12.1
45