《Motorrem》
Draai het gashendel tot de oorspronkelijke stand en gebruik de motorrem.
Het is noodzakelijk om de rem afwisselend aan te trekken voor het voor- en achterwiel wanneer u een
lange of steile helling afdaalt.
AANDACHTSPUNTEN EN VOORZORGEN BIJ HET STARTEN
WAARSCHUWING:
Voordat u de motor start, controleert u of er voldoende olie en brandstof aanwezig is.
Als de motor wordt gestart, moet de hoofdstandaard stevig op de grond staan en de achterrem
geactiveerd. Dit voorkomt dat de motorfiets plotseling naar voren schiet.
1. Draai de contactsleutel op de "ON" stand.
2. Trek de hand(voet)rem aan van het achterwiel.
3. Versnel niet, druk op de starter knop als de rem geactiveerd is.
[Wij geven om uw welzijn! Voordat u start, houdt u de handrem vast op het achterwiel.]
WAARSCHUWING:
Om schade aan de startmotor te voorkomen, mag de starterknop niet 15 seconden lang
continu worden ingedrukt.
Wanneer na 15 seconden de motor nog steeds niet start, wacht dan 10 seconden voor u
opnieuw probeert.
Het is moeilijker om de motor te starten nadat hij een lange tijd stationair heeft gedraaid of
wanneer u pas tankt nadat de tank volledig leeg was. U moet dan meerdere malen starten en
het gashendel activeren om de motor te starten.
Bij een koude start kan het een aantal minuten duren voor de motor opwarmt.
De uitstoot bevat schadelijke gassen (CO), start daarom de motorfiets alleen op een goed
verluchte plaats.
98
1/8
1/4