5 - PRESSOSTAT DE L'AIR (A)
Effectuer le rŽglage du pressostat de l'air apr•s
avoir effectuŽ tous les autres rŽglages du bržleur
avec le pressostat de l'air rŽglŽ en dŽbut d'Žchelle
(A).
Lorsque le bržleur fonctionne en 1•re allure, aug-
menter la pression de rŽglage en tournant lente-
ment dans le sens des aiguilles d'une montre la
petite molette prŽvue ˆ cet effet jusqu'au blocage du
bržleur.
Tourner ensuite dans le sens contraire la petite
molette de 20% du valeur reglŽ et rŽpŽter le dŽmar-
rage du bržleur pour en vŽriÞer la rŽgularitŽ.
Si le bržleur se bloque ˆ nouveau, tourner encore
un peu la petite molette dans le sens contraire aux
aiguilles d'une montre.
Attention : comme le veut la norme, le pressostat
de l'air doit emp•cher que le CO dans les fumŽes
dŽpasse 1% (10.000 ppm).
Pour s'en rendre compte, insŽrer un analyseur de
combustion dans le conduit, fermer lentement la
bouche d'aspiration du ventilateur (par exemple
avec un carton) et vŽriÞer qu'il y ait blocage du brž-
leur, avant que le CO dans les fumŽes ne dŽpasse
1%.
Le pressostat de l'air installŽ peut fonctionner de
fa•on diffŽrentiel si il est joint avec deux tuyaux. Lors
de la phase de prŽventilation, si une forte dŽpres-
sion dans la chambre de combustion emp•che le
pressostat de l'air de commuter, la commutation
peut •tre obtenue en installant un deuxi•me tuyau
entre le pressostat de l'air et la bouche d'aspiration
du ventilateur. De cette fa•on le pressostat fonctio-
nera comme un pressostat diff•rentiel.
Attention: on ne peut utiliser le pressostat de l'air ˆ
fonctionnement diffŽrentiel que dans des applica-
tions industrielles et quand les normes permettent
que le pressostat de l'air ne contr™le que le fonction-
nement du ventilateur, sans limite de rŽfŽrence pour
le CO.
6 - PRESSOSTAT GAZ SEUIL MINIMUM (B)
Effectuer le rŽglage du pressostat gaz seuil min.
apr•s avoir effectuŽ tous les autres rŽglages du brž-
leur avec le pressostat rŽglŽ en dŽbut d'Žchelle (B).
Lorsque le bržleur fonctionne en 2•me allure, aug-
menter la pression de rŽglage en tournant lentement
dans le sens des aiguilles d'une montre la petite mo-
lette prŽvue ˆ cet effet jusqu'ˆ l'arr•t du bržleur.
Tourner ensuite dans le sens contraire la petite mo-
lette de 2 mbar et rŽpŽter le dŽmarrage du bržleur
pour en vŽrifier la rŽgularitŽ.
Si le bržleur s' arr•te ˆ nouveau, tourner encore dans
le sens inverse aux aiguilles d'une montre de 1 mbar.
CONTROLE PRESENCE FLAMME (C)
Le bržleur est muni d'un syst•me ˆ ionisation pour
contr™ler la prŽsence de la flamme. Pour faire fonc-
tionner le bo"tier de contr™le le courant minimum est
de 5 mA. Le bržleur produit un courant nettement su-
pŽrieur qui ne nŽcessite normalement d'aucun con-
tr™le. Toutefois si , on veut mesurer le courant
d'ionisation, il faut dŽconnecter la fiche-prise
26)(A)p.6 placŽe sur le c‰ble de la sonde d'ionisation
et connecter un microamp•rem•tre pour courant
continu de 100 mA bas d'Žchelle.
Attention ˆ la polaritŽ.
5 - LUCHTDRUKSCHAKELAAR (A)
De regeling van de luchtdrukschakelaar uitvoeren
nadat alle andere branderafstellingen gedaan zijn,
met de luchtdrukschakelaar afgesteld op het begin
van de schaal (A).
Met de brander in werking in de 1° vlamgang, de
regeldruk verhogen door de daartoe voorziene knop
langzaam met de klok mee te draaien tot de brander
vergrendelt.
Daarna de knop met 20% van de afgestelde waarde
terugdraaien. De brander opnieuw opstarten en
controleren of de opstart normaal verloopt.
Als de brander opnieuw vergrendelt, de knop nog
een klein beetje terugdraaien, tegen de klok in.
Opgelet: Conform de norm moet de luchtdrukscha-
kelaar beletten dat het CO-gehalte in de verban-
dingsgassen boven 1% (10.000 ppm) ligt.
Breng om dit te controleren een rookgasanalysator
in de leiding, sluit traag de aanzuigopening van de
ventilator (b.v. met een kartonnetje) en ga na of de
brander vergrendelt alvorens het CO-gehalte in de
verbrandingsgassen 1% overschrijdt.
De ge•nstalleerde luchtdrukschakelaar is van het
differentieeltype als hij verbonden is met 2 leidin-
gen. Als tijdens de voorverntilatie de luchtdrukscha-
kelaar
door
een
verbrandingskamer niet omschakelt, dan kan de
omschakeling worden bewerkstelligd door een 2de
leiding te installeren tussen de luchtdrukschakelaar
en de aanzuigopening van de ventilator. Op die
manier zal de luchtdrukschakelaar werken als een
differentieelschakelaar.
Opgelet: Het gebruik van een differentieel lucht-
drukschakelaar is enkel toegelaten bij industri'le
toepassingen en als de nationale normen toelaten
dat de luchtdrukschakelaar enkel de werking van de
ventilator controleert, zonder grenswaarden voor
het CO-gehalte.
6 - MIN. GASDRUKSCHAKELAAR (B)
De regeling van de min. gasdrukschakelaar uitvoe-
ren nadat alle andere branderafstellingen gedaan
zijn met de gasdrukschakelaar afgesteld op het be-
gin van de schaal (B).
Met de brander in werking in de 2° vlamgang, de re-
geldruk verhogen door de daartoe voorziene knop
langzaam met de klok mee te draaien tot de veilig-
heidsstop van de brander in werking treedt.
Daarna 2 mbar terugdraaien en het starten van de
brander herhalen om de regelmatige werking te con-
troleren.
Als de veiligheidsstop van de brander opnieuw in
werking treedt, nogmaals 1 mbar terugdraaien.
VLAMBEWAKING (C)
De brander heeft een ionisatiesysteem om de aan-
wezigheid van de vlam te controleren. De goede
werking van de branderautomaat vereist een min.
stroom van 5 mA. De brander levert echter een veel
hogere stroom op, zodat geen enkele controle ver-
eist is. Wil men de ionisatiestroom toch meten, ont-
koppel de m/v stekker 26)(A)p. 6 op de kabel van de
ionisatiesonde en schakel een microamp•remeter
voor gelijkstroom met 100 mA aan op het einde van
de schaal.
Let op de polariteit.
31
sterke
tegendruk
in
de