Nederlands
Voor de werkzaamheden
Controleren of de motorzaag in
technisch goede staat verkeert – het
betreffende hoofdstuk in de handleiding
in acht nemen:
Het brandstofsysteem op lekkage
–
controleren, vooral de zichtbare
onderdelen zoals bijv. de tankdop,
slangaansluitingen, hand-
benzinepomp (alleen bij
motorzagen met hand-
benzinepomp). Bij lekkages of
beschadiging de motor niet starten
– brandgevaar! De motorzaag voor
de ingebruikneming door een
geautoriseerde dealer laten
repareren.
Goed werkende kettingrem, voorste
–
handbeschermer
Correct gemonteerd zaagblad
–
Correct gespannen zaagketting
–
De gashendel en de
–
gashendelblokkering moeten goed
gangbaar zijn – de gashendel moet
na het loslaten automatisch
terugveren in de uitgangsstand
Combischakelaar gemakkelijk in de
–
stand STOP, 0, resp. † te plaatsen
Bougiesteker op vastzitten
–
controleren – bij een loszittende
steker kunnen vonken ontstaan,
hierdoor kan het vrijkomende
benzine-luchtmengsel ontbranden –
brandgevaar!
Geen wijzigingen aan de
–
bedieningselementen en de
veiligheidsinrichtingen aanbrengen
122
De handgrepen moeten schoon en
–
droog zijn, vrij van olie en vuil –
belangrijk voor een veilige
bediening van de motorzaag
Voldoende brandstof en
–
kettingsmeerolie in de tank
De motorzaag mag alleen in technisch
goede staat worden gebruikt – kans op
ongelukken!
Motorzaag starten
Alleen op een vlakke ondergrond. Op
een veilige en stabiele houding letten.
De motorzaag hierbij goed vasthouden –
het zaaggarnituur mag geen
voorwerpen en ook de grond niet raken
– kans op letsel door de draaiende
zaagketting.
De motorzaag wordt slechts door één
persoon bediend. Andere personen
buiten het werkgebied houden – ook
tijdens het starten.
De motorzaag niet starten als de
zaagketting zich in een zaagsnede
bevindt.
De motor op minstens 3 m van de plek
waar werd getankt en niet in een
afgesloten ruimte starten.
Voor het starten de kettingrem
blokkeren – door de ronddraaiende
zaagketting is er kans op letsel!
De motor niet 'los uit de hand' starten –
starten zoals in de handleiding staat
beschreven.
MS 210, MS 210 C, MS 230, MS 230 C, MS 250, MS 250 C
Tijdens de werkzaamheden
Altijd voor een stabiele en veilige
houding zorgen. Voorzichtig te werk
gaan als de schors van de boom nat is –
kans op uitglijden!
De motorzaag altijd met beide handen
vasthouden: de rechterhand op de
achterste handgreep – geldt ook voor
linkshandigen. Voor een goede
geleiding de draagbeugel en de
handgreep met de duimen omsluiten.
Bij dreigend gevaar, resp. in geval van
nood, direct de motor afzetten – de
combischakelaar/stopschakelaar
richting STOP, 0, resp. † drukken.
De motorzaag nooit onbeheerd laten
draaien.
Let op bij gladheid, regen, sneeuw, ijs,
op hellingen, in oneffen terrein of op pas
geschild hout of schors – kans op
uitglijden!
Let op bij boomstronken, wortels en
greppels – kans op struikelen!
Niet alleen werken – altijd binnen
gehoorafstand van anderen blijven die
een EHBO-opleiding hebben gevolgd en
in geval van nood hulp kunnen bieden.
Als er zich in het werkgebied
medewerkers bevinden, moeten deze