2. Everteer alle weefsellagen symmetrisch zodat de niet-penetrerende clips stevig
kunnen worden vastgezet. Everteer de weefselranden van het vat met een
pincet van een van beide ontwerpen. Zorg dat alle weefselranden symmetrisch
zijn geëverteerd voordat u de clip aanbrengt. Als de weefselranden niet
symmetrisch zijn geëverteerd, kan er bloeding of lekkage optreden.
3. Bekijk de weefselwand om te controleren dat deze niet door de tang is
beschadigd tijdens de procedure. OPMERKING: Atraumatische weefselkerende
tangen zijn speciaal ontworpen om de mogelijke schade aan bloedvaten of
andere buisvormige structuren te minimaliseren.
4. Plaats de klauwen van het instrument op de geëverteerde weefselranden
waarmee een anastomose zal worden gemaakt. Zorg daarbij dat het weefsel
volledig binnen de klauwen zit. Het weefsel moet royaal binnen de klauwen zitten,
anders is het gebruik van het instrument gecontra-indiceerd.
5. Knijp de grepen volledig samen totdat u een waarneembare klik voelt. Naarmate de
hendels van het aanbrenginstrument worden samengeknepen, komt de clip stevig
in de klauwen vast te zitten en sluit deze zich rondom het weefsel. De clips moeten zo
dicht mogelijk bij elkaar worden geplaatst. De afstand tussen de clips mag niet meer dan 0,5 mm zijn (zie
afbeelding 7).
ALS DE HENDELS NIET HELEMAAL WORDEN SAMENGEKNEPEN, KAN DIT DE CLIP VERVORMEN EN MOGELIJK
BLOEDING OF LEKKAGE VEROORZAKEN.
6. Laat de druk op de hendels los om de clip uit het AnastoClip aanbrenginstrument los te maken en het
aanbrenginstrument te verwijderen. (De gesloten clip wordt automatisch door de klauwen losgelaten.) Het
aanbrenginstrument laadt automatisch de volgende clip om deze vervolgens aan te brengen.
7. Controleer of de clip stevig vastzit. Desgewenst kan de clip met de AnastoClip uitduwer worden verwijderd
en een nieuwe clip met het AnastoClip aanbrenginstrument worden geplaatst.
8. Na voltooiing van de anastomose kunnen een of meer clips en/of hechtingen worden gebruikt om (indien
nodig) bloeding of lekkage uit de anastomoseplaats te beheersen.
A) e4000-05: Maat S (small)
1.4 mm
0.9 mm
2.3 mm
Spanwijdte (bij benadering)
vóór sluiting
1.4 mm
De vorm van de gesloten clip kan variëren naar gelang de dikte van het weefsel.
3.3 mm
B) e4000-06: Maat M (medium)
2.0 mm
4.93 mm
3.0 mm
Spanwijdte (bij benadering)
vóór sluiting
De vorm van de gesloten clip kan variëren naar gelang de dikte van het weefsel.
C) e4000-07: Maat L (large)
2
0,9 mm
1.4 mm
0.9 mm
2.3 mm
1.4 mm
1.4 mm
3.3 mm
0.9 mm
1,4 mm
2.0 mm
2.3 mm
4.93 mm
1.4 mm
3.0 mm
3.3 mm
2.0 mm
4.93 mm
3.0 mm
4
I
2
5
5
A
Totale lengte (bij
benadering)
1,4 mm
B
Totale lengte (bij
benadering)
2,3 mm
J
2
4
7
Clips per aanbreng-
instrument
40
Clips per aanbreng-
instrument
35
C
4
5
7