PLAATSEN
Toestelmaten
Plaats de magnetron op een stevige en vlakke ondergrond.
Zorg voor voldoende ventilatie rondom de magnetron.
30 cm
0 cm
20 cm
min.
85 cm
Dek de ventilatieopeningen niet af.
De stelvoetjes mogen niet verwijderd worden.
Plaats de magnetron niet in de buurt van warmtebronnen.
Zend- en ontvangstapparatuur zoals radio's en televisietoestellen
kunnen de werking van de magnetron beïnvloeden.
486
292,5
20 cm
395
NL 19