andere accuklem aan (meestal negatief) op het chassis op ruime afstand van de accu en de brandstofleiding.
Ontkoppel de lader in omgekeerde volgorde.
3. Plaats de accu in een goed geventileerde ruimte wanneer u een accu met accuklemmen buiten het voertuig gaat
opladen. Sluit de lader aan op de accu: RODE klem op de POSITIEVE (POS, P of +) pool en ZWARTE klem op de
NEGATIEVE (NEG, N of –) pool. Zorg dat de klemmen stevig en veilig zijn bevestigd. Een goed contact is belangrijk.
4. Als de accu zwaar ontladen is, dient de accu uit het voertuig verwijderd en gecontroleerd te worden
voordat er een poging ondernomen wordt om de accu te herstellen. Controleer de accu visueel op
mechanische defecten zoals vormverwijding, gescheurde behuizing of tekenen van elektrolytlekkage. Als de accu
vuldoppen heeft en de platen in de cellen vanaf de buitenzijde zichtbaar zijn, kunt u voorzichtig proberen vast te
stellen of bepaalde cellen afwijken van andere (bijvoorbeeld wit materiaal tussen de platen, platen die elkaar raken).
Probeer de accu niet op te laden wanneer mechanische defecten zichtbaar zijn, maar laat de accu door een
vakman nakijken.
5. Lees de veiligheidsinstructies en de gebruiksaanwijzing van de fabrikant zorgvuldig door voordat u de lader
aansluit op een nieuwe accu.
BEGINNEN MET LADEN
De LEDs hieronder en de desbetreffende paragrafen zijn in de volgorde van het laadprogramma genummerd.
Led #1: STROOM INGESCHAKELD – Bevestigt de AC-voeding naar de lader.
HOGE en LAGE intensiteitsindicatie. LAAG: er is geen accu aangesloten. HOOG: er is een accu aangesloten en er wordt
stroom geleverd.
Led #2:BESCHERMING OMGEKEERDE POLARITEIT – Licht op wanneer de accu verkeerd is aangesloten. De lader is
elektronisch beveiligd zodat er niets wordt beschadigd. De uitgang zal uitgeschakeld blijven tot de accu correct is
aangesloten.
BMS-RESETPROCEDURE: voor accu's met een ingebouwd accubeheersysteem (BMS) dat beschermt tegen volledige
ontlading.
Het meervoudige acculaad station TM-484 / TM-485 levert automatische en continu BMS pulsen als er geen
accuvoltage waargenomen wordt. Na aansluiting op de accu is er een succesvolle BMS reset gebeurd als OF LED #3
OF LED #4 vanzelf oplichten.
Voor de TM-47x, TM-497 acculader met 1 output, volg deze procedure: 1) Koppel de OptiMate Lithium los van de
netvoeding. Wacht tot led #1 uitgaat. 2) Sluit de OptiMate Lithium aan op de accu: RODE klem op de POSITIEVE (POS, P
of +) pool en ZWARTE klem op de NEGATIEVE (NEG, N of –) pool. 3) Sluit de OptiMate Lithium opnieuw aan op de
netvoeding.
Gedurende een minuut wordt er een speciale BMS-resetpuls afgegeven. Led #3 knipperen bij elke resetpuls die wordt
afgegeven.
Het BMS is succesvol gereset wanneer led #3 OF led# 4 vanzelf oplicht.
BMS wordt niet gereset: 1) Een geavanceerd accubeheersysteem met thermische beveiliging voorkomt gebruik als de
accutemperatuur buiten het door de fabrikant aanbevolen veilige bedrijfstemperatuurbereik valt. Controleer de
specificaties van de accufabrikant. 2) De polariteit van de accu is omgekeerd. Corrigeer de aansluitingen en probeer
opnieuw. 3) De stroomkring die is verbonden met de accu, voorkomt dat de puls wordt afgegeven. Koppel de
stroomkring los of schakel hem uit en probeer opnieuw. 4) Het BMS van de accu kan schade hebben opgelopen. Laat
de accu nakijken door een vakman.
1
2
6
Bms
Bms
3
4
12.8V
LiFePO
1 2 3 4
5
24-7
24-7
4
25