Code
Niveau
Naam variabele
nr.
106
Inst.
INTERFACE CONFIG
107
Inst.
CONFIGURATIE
CONFIGURATIE
108
Inst.
MASTER-UITGANG
BESCHRIJVING
Gebruik de knop Dagen voor selectie van:
0. SWW-ingang - configuratie
0: contact gesloten: ingang is actief / contact open: ingang is niet actief
1: contact gesloten: ingang is niet actief / contact open: ingang is actief
1. Ruimte verwarmen/koelen AAN/UIT ingang - configuratie (geen effect op SWW-
productie)
0: contact gesloten: unit zorgt voor vrw/klg ruimte / contact open: unit zorgt niet voor
vrw/klg ruimte
1: contact gesloten: unit zorgt niet voor vrw/klg ruimte / contact open: unit zorgt voor
vrw/klg ruimte
2. Verwarmen / koelen selectie-ingang - configuratie
0: contact gesloten: unit verwarmt de ruimte / contact open:
unit koelt de ruimte
1: contact gesloten: unit koelt de ruimte / contact open:
unit verwarmt de ruimte
3. Hoge energiestroom ingang - configuratie
0: contact gesloten: hoge energiestroom / contact open: normale energiestroom
1: contact gesloten: normale energiestroom / contact open: hoge energiestroom
4. Externe VRW/KLG
0: Modus (verwarmen/koelen) wordt bepaald door droog contact
1: Modus (verwarmen/koelen/UIT/SWW) wordt bepaald door gebruikersinterface
(106.2 wordt genegeerd)
5. Koelen Z1
0: Koelen in zone 1 verboden
1: Koelen in zone 1 toegelaten
6. Koelen Z2
0: Koelen in zone 2 verboden
1: Koelen in zone 2 toegelaten
7. Systeem AAN / UIT ingang - configuratie
0: contact gesloten: systeem UIT / contact open: systeem in werking
1: contact gesloten: systeem in werking / contact open: systeem UIT
Gebruik de knop Dagen voor selectie van:
0. Alleen voor servicedoeleinden gebruikt
0: Open - stroming / Gesloten: geen stroming
1: Kort - stroming / Open: geen stroming
1.
0: Laat niet toe dat er water stroomt wanneer de unitpomp uitgeschakeld is (UIT)
(geen externe pomp gebruikt)
1: Laat toe dat er water stroomt wanneer de unitpomp uitgeschakeld is (UIT)
(externe pomp gebruikt)
Gebruikt de pijltoetsen omhoog/omlaag om te kiezen van 1 tot 10:
1. Ventilatorspoel - Ventilatorspoelen werken niet wanneer SWW-klep geactiveerd is
2. Ventilatorspoel - Ventilatorspoelen werken altijd
3. Ventilatorspoelen werken niet wanneer de SWW-klep geactiveerd is, tenzij in
koelmodus
4. Ontvochtiger
5. Alle alarmen
6. Alarmen die de buitenunit uitschakelen
7. Alarmen die het hele systeem uitsch
9. Ontdooien
10. Alle alarmen + Ontdooien
11. Alarmen die de buitenunit uitschakelen + Ontdooien
12. Alarmen die het hele systeem uitschakelen + Ontdooien
13. Niet gebruikt
14. Niet gebruikt
15. Niet gebruikt
16. Niet gebruikt
WAARDEBEREIK
STANDAARD
Min
Max
0
1
1
0
0
1
1
0
0
0
1
0
1
0
1
16
4
109