Typische toepassingen van de M 150 Tube liggen
bijv. binnen het bereik van de orkestopname als
geleidingspaar AB-techniek en als ondersteu-
ningsmicrofoon. Bij surround-opnames is het
gebruik in decca-tree-opstelling (voor ruimtelijk
uitgezette klankresultaten) gebruikelijk.
Dankzij zijn constructieve eigenschappen is deze
microfoon een aanrader voor de fijngetekende
opname, van zwakke signalen tot het diepe bas-
bereik.
Een schakelbare high-pass-filter verhoogt de on-
derste grensfrequentie van 16 Hz naar 40 Hz.
Een/de aansluitbare demping, verlaagt de over-
drachtsmaat met 10 dB en maakt zo de verwerking
van zeer hoge geluidsdrukken mogelijk.
4. Leveringsomvang
M 150 Tube:
•
Microfoon M 150 Tube
•
Transformator N 149 A met kabel
•
Elastische ophanging EA 170
•
x Microfoonkabel KT 8
•
Gebruiksaanwijzing
•
Aluminiumkoffer
M 150 Tube stereoset:
x Microfoon M 150 Tube
x Transformator N 149 A met kabel
x Elastische ophanging EA 170
x Microfoonkabel KT 8
Gebruiksaanwijzing
Aluminiumkoffer
5. Inbedrijfstelling
D eze microfoon mag uitsluitend in gesloten ru-
imten worden gebruikt. Na de opname moet de
microfoon stofvrij worden bewaard.
Microfoon afstellen
Bevestig de microfoon op een stabiel en stevig
statief. Gebruik eventueel een elastische ophan-
ging om de overdracht van geluiden door mecha-
nische trillingen mechanisch te onderdrukken.
Plaats daarvoor de microfoon bovenlangs in de
binnenschacht en schroef deze met de kartelmoer
vast in deze binnenschacht. Voor de demping van
wind- of popgeluiden gebruikt u, indien nodig
een wind- of popscherm uit ons accessoirepro-
gramma.
NL
8
Microfoon aansluiten
V oorzichtig: Een verkeerde voedingsspanning
kan de microfoon beschadigen!
Sluit de microfoon alleen aan op voedingsappara-
ten die door Neumann daarvoor zijn toegelaten.
V oorzichtig: Zeer harde geluiden kunnen uw
gehoor of uw luidspreker beschadigen!
Op de aangesloten weergave- en opnameappara-
ten minimaliseert u de geluidssterkte, voordat u
de microfoon en de transformator aansluit.
Zorg ervoor dat de transformator is uitgescha-
keld.
Sluit de microfoon met de bijgeleverde 8-polige
microfoonkabel aan op de microfooningang van
de transformator.
De totale afstand tussen microfoon en de aange-
sloten versterkeringang heeft tot ca. 00 m geen
invloed op de frequentiekarakteristiek. Daarbij
mag de kabellengte tussen microfoon en transfor-
mator niet meer bedragen dan 100 m. De daling
van de voedingsspanning wordt gecompenseerd
door een sensorsysteem.
Verbind de uitgang van de transformator met een
geschikte kabel met de microfooningang van uw
volgende-audioapparaat. Tips voor de manier van
aansluiten vindt u in het hoofdstuk Technische
gegevens.
De transformator kan ook zonder problemen wor-
den verbonden op een aangesloten apparaat, met
een ingang met een 48 V-fantoomvoeding. De
fantoomvoeding is echter niet nodig. In dit geval
wordt ze belast met ca. 1 mA.
Verbind de voeding met de bijgeleverde aansluit-
kabel op het elektriciteitsnet. Let hierbij vooral
op de tips in de aparte handleiding van de trans-
formator.
Let er bij het aansluiten van kabels op dat de aan-
sluitstekker correct wordt vastgezet. Plaats de ka-
bels zodanig dat er niemand over kan struikelen.
Schakel de transformator in. Een sensorsysteem
in de transformator zorgt ervoor dat de bedrijfs-
spanningen pas omhoog gebracht worden, als de
microfoon goed functionerend is aangesloten. De
lamp in de schakelaar van de transformator wis-
selt dan van zwakke naar felle verlichting. Na een
paar minuten heeft de buis in de microfoon zijn
stabiele bedrijfstoestand bereikt en toont dan
zijn uitermate laag eigen geluidsniveau.
Spreek primair in de microfoon aan de kant waar-
op het Neumann-logo staat.
Verhoog op de vervolgapparaten geleidelijk het
geluidsniveau.
Stel de voorversterking (gain) van uw vervolgap-
paraten zo in dat er bij het hoogste niveau geen
vervormingen optreden.
Voordemping instellen
De aansluitbare voordemping verhoogt de modu-
latiegrens met 10 dB om extreem luide geluidsre-
sultaten zonder overmodulatie door te sturen.
Met een schakelaar aan de achterkant van de mi-
crofoon activeert u de demping.
High-pass instellen
De aansluitbare high-pass-filter dempt ongewens-
te, diepe frequenties (loopgeluiden, windgeruis)
of dient ter compensatie van de effecten van be-
spreking van dichtbij.
Met een schakelaar aan de achterkant van de mi-
crofoon activeert u de high-pass-filter.
Onderdrukking storingsgeluid
Het overdrachtbereik van de M 150 Tube gaat tot
ver onder 0 Hz. Net zo gevoelig is hij natuurlijk
ook voor diepfrequent storingsgeluid.
7. Storingchecklist
▶
Storing
Mogelijke oorzaken
Apparaat
De transformator is niet ingeschakeld.
functioneert
De microfoon is niet met de transformator
niet
verbonden of niet bedrijfsklaar.
Geen signaal-
De microfoon is niet met de juiste uitgang
overdracht
voor microfoonversterker van het vervolgap-
paraat verbonden.
Extreem laagfrequente signalen kunnen ook door
storingen zoals pop- en windgeluiden worden ver-
oorzaakt. Om dergelijke stoorsignalen te onder-
drukken raden wij u aan een wind- of popscherm
uit ons gamma van accessoires te gebruiken.
Toontest
Spreek eenvoudigweg in de microfoon. Blazen of
ploppen leidt tot gevaarlijke geluidsdrukniveaus.
6. Uitschakeling lange termijn en opslag
Voordat u alles voor lange termijn uitschakelt en
kabels verwijdert, vermindert u het geluidsniveau
van uw vervolgapparatuur.
Schakel dan pas het voedingsapparaat uit.
Maak de kabelverbindingen los.
Trek bij het losmaken van kabels altijd alleen maar
aan de stekkers en niet aan de kabels.
Microfoons die niet in gebruik zijn, moeten niet
op statief en in het stof blijven staan. Als een
microfoon voor langere tijd niet wordt gebruikt,
dan moet hij in een normaal omgevingsklimaat
stofvrij worden opgeslagen. Gebruik hiervoor een
niet-pluizende, luchtdoorlatende stofzak of de
originele verpakking van de microfoon.
▶
Oplossing
Controleer de aansluiting op het stroomnet.
Controleer de LED-status op de
transformator.
Controleer de signaalweg.
Controleer de betreffende instellingen op het
kanaalspoor.
NL
9