3
minuten toe of af.
i)
Om naar de normale werkwijze terug te keren, volstaat het op knop T6 te drukken zo vaak als nodig is om de betreffende
aanduidingen van het display te laten verdwijnen.
3.3.16
Activering en deactivering van de werkprogramma's
Zijn de werkprogramma's eenmaal ingesteld, dan kunnen ze al dan niet geactiveerd worden, afhankelijk van de behoefte. De
activering kan een van de twee programma's betreffen, of beide.
Met name, telkens wanneer op knop T11 (activering van de programma's) gedrukt wordt, verandert de situatie als volgt:
Activering van alleen het 1e Programma.
Activering van alleen het 2e Programma.
Activering van het 1e en van het 2e Programma.
Deactivering van beide programma's.
3.3.17
Återställning av fjärrkontrollens alla funktioner
Door op knop T10 te drukken, worden alle instellingen van de afstandsbediening gereset.
Door dat te doen, worden alle tijdsinstellingen van de timer geannuleerd en herstelt de afstandsbediening alle fabrieksinstellingen.
Door bovendien op knop T10 te drukken, verschijnen alle symbolen op het display die aangeduid worden in afb. 24 zodat men de
intacte staat van het display zelf kan controleren.
3.3.18
Beheer van het apparaat voor het geval de afstandsbediening niet beschikbaar is
In geval van verlies van de afstandsbediening, lege batterijen of een defect, kan men het apparaat alleen in de automatische
werkwijze laten werken door met een puntig voorwerp op de microschakelaar te drukken die zich onder het gat op de console
bevindt. Druk opnieuw op de microschakelaar om de klimaatregelaar uit te schakelen.
Om de normale werking van de afstandsbediening te hervatten, is het nodig wat commando's met de afstandsbediening zelf te
geven, nadat die weer beschikbaar geworden is.
3.4
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING
-
Handhaaf altijd en voortdurend de reine staat van de filters (zie het hoofdstuk onderhoud en reiniging).
-
Houd deuren en ramen van de vertrekken waarvan het klimaat geregeld wordt gesloten.
-
Vermijd dat de zon vrij in het vertrek schijnt (er wordt aangeraden gordijnen, rolluiken of luiken te sluiten)
-
Belemmer niet de luchtstroomtrajecten (in inlaat en uitlaat) van de units, dit heeft niet alleen het niet-optimale rendement
van de installatie tot gevolg maar compromitteert ook de correcte werking en kan de units onherstelbare schade berokkenen.
3.5
DIAGNOSE VAN DE ONGEMAKKEN
Het is voor de gebruiker uitermate belangrijk dat hij onderscheid kan maken tussen eventuele ongemakken of functionele storingen
aan de ene kant en de gedragingen van het apparaat die tot de normale werking behoren aan de andere kant. De meest voorko-
mende ongemakken kunnen bovendien gemakkelijk verholpen worden door eenvoudige handelingen van de gebruiker zelf (zie de
paragraaf: Storingen en oplossingen) terwijl het voor alle andere storingen nodig is contact op te nemen met de Assistentiedienst
van Olimpia Splendid.
WAARSCHUWING: We herinneren u er aan dat iedere poging tot reparatie door niet geautoriseerd personeel iedere vorm
van garantie onmiddellijk doet komen te vervallen.
3.5.1
Functionele aspecten die niet als ongemakken opgevat moeten worden
-
De compressor start niet voordat een bepaalde tijd verstreken is (circa drie minuten na de eraan voorafgaande stilstand).
In de werkingslogica van het apparaat is een vertraging voorzien tussen een stilstand van de compressor en een volgende
herstart ervan zodat de compressor zelf beschermd wordt tegen te frequente activeringen.
-
Tijdens de werking in verwarming van de apparaten met warmtepomp kan de afgifte van warme lucht enkele minuten na
de activering van de compressor plaatsvinden.
Als de ventilator gelijk met de compressor start, zou tijdens de eerste minuten werking overmatig koude lucht in het vertrek
terecht komen (waarvan de aanwezigen last kunnen ondervinden) omdat het apparaat nog niet op bedrijfssnelheid werkt.
102