b. Snelheidsaanpassing
SNELHEID +/-: Stelt de snelheid van de motorrotatie in(waarde in tpm x 20 stappen). De snelheidswaarden
hangen af van de contra-hoek overbrengingsverhouding. Zie de volgende tabel:
Vermijd excessieve snelheid. Stel de snelheid in op een veilig maximum voor de
toepassing.
c. Draaimoment aanpassing
DRAAIMOMENT +/-: laat de draaimoment waarden toenemen/afnemen (24 stappen). Draaimoment waarden zijn
in Ncm en hangen af van de contra-hoek overbrengingsverhouding. Zie de volgende tabel met het opzetstuk 20:1:
3,0
21,0
39,0
57,0
Nauwkeurigheid van het draaimoment is alleen gewaarborgd met een contra-hoek die correct is
onderhouden. De draaimoment waarden gelden alleen voor opzetstukken die goed werken. De
micromotor stopt wanneer het ingestelde draaimoment bereikt is. De draaimoment waarde bij
het draaien tegen de wijzers van de klok in is altijd = Max Ncm
d. Stroom
STROOM: Selecteert variabele snelheid van de spoelpomp stroom. Zie de volgende tabel
0 = geen spoeling
e. Achteruit
ACHTERUIT: Wissel tussen voorwaartse en achterwaartse motorrotatie (indien in achteruit-stand, zal het
bedieningspaneel een pieptoon laten horen).
f. Motor
MOTOR AAN/UIT: Zet de motor AAN en UIT (indien geschikt).
g. Pomp
POMP AAN/UIT: Zet de POMP AAN en UIT (indien geautoriseerd).
Kijk voor gebruik altijd de waarden na. Letselgevaar bij incorrect gebruik.
Overbrengingsverhouding
1:1
16:1
20:1
24:1
32:1
64:1
80:1
6,0
9,0
24,0
27,0
42,0
45,0
60,0
63,0
1 = MIN
Max. TPM
40.000
2500
2000
1666
1250
625
500
Ncm
12,0
30,0
48,0
66,0
2 = MED
Min. TPM
400
25
20
16
12
6
5
15,0
18,0
33,0
36,0
51,0
54,0
69,0
Max.
3 = MAX
144