Interne Accu Laden; Laden Met De Stekkerlader; Laden Met De Autolaadkabel; Starthulp - APA 16558 Manuel De L'opérateur

6.2 INTERNE ACCU LADEN

Vóór het eerste gebruik:
Bij levering is het apparaat gedeeltelijk opgeladen. Na aankoop of voor het eerste gebruik laadt u het apparaat
volledig op. Gebruik daarvoor uitsluitend de meegeleverde oplader of de autolaadkabel.
Levensduur van de accu
Laad de accu van het starthulpapparaat na elk gebruik (starthulp) op. Dit verlengt de levensduur van de accu.
Vermijd continu opladen en veelvuldig volledig ontladen, omdat dit de levensduur van de accu verkort.

6.2.1 LADEN MET DE STEKKERLADER

Sluit de oplader aan op de 12V-ingang, INPUT (positie 4 in het overzicht), van het powerpack. Steek daarna de oplader in een
stopcontact. Het powerpack wordt ingeschakeld: de displayverlichting gaat branden en er klinkt een signaaltoon. Het opladen
is voltooid wanneer alle 5 laadbalken permanent branden. Na het opladen trekt u eerst de stekkeroplader uit het stopcontact.
Daarna trekt u de holle stekker uit de laadbus van het powerpack. Ongeveer 30 seconden nadat u de laadkabel van het power-
pack hebt losgekoppeld, wordt het apparaat uitgeschakeld.

6.2.2 LADEN MET DE AUTOLAADKABEL

Sluit de oplader aan op de 12V-ingang, INPUT (positie 4 in het overzicht), van het powerpack. Steek daarna de 12V-autostekker
in het stopcontact van uw voertuig. Het powerpack wordt ingeschakeld: de displayverlichting gaat branden en er klinkt een
signaaltoon. Het opladen is voltooid wanneer alle 5 laadbalken permanent branden.
Na het opladen trekt u eerst de 12V-stekker uit het 12V-stopcontact van uw voertuig. Daarna trekt u de holle stekker uit de
laadbus van het powerpack.
LET OP: Laad het powerpack alleen op tijdens de rit, of als de motor loopt, anders bestaat het
gevaar dat de startaccu van uw voertuig ontladen wordt.
Ongeveer 30 seconden nadat u de laadkabel van het powerpack hebt losgekoppeld, wordt het apparaat uitgeschakeld.

6.3 STARTHULP

6.3.1 VOORBEREIDING

Koppel alle op het powerpack aangesloten apparaten los van de 12V-uitgang (positie 7 in het overzicht) en van de USB-poorten
(posities 5 en 6 in het overzicht). Controleer of het powerpack voldoende
Lees de handleiding van uw voertuig!
Bij sommige voertuigen kunnen speciale maatregelen nodig zijn voordat de starthulp mag worden gebruikt (er
moeten bijvoorbeeld zekeringen worden verwijderd of bepaalde veiligheidsmaatregelen worden getroffen).
Bij sommige voertuigen bevindt de accu zich in de kofferbak. Daarvoor vindt u vaak speciale starthulpaanslui-
tingen in het motorcompartiment.
Verwijder roest en vuil van de pooltangen en de accupolen.

6.3.2 POWERPACK AANSLUITEN (VOERTUIGEN MET NEGATIEVE MASSA)

Schakel de ontsteking en alle elektrische verbruikers (radio, verlichting, achterruitverwarming, stoelverwarming etc.) van uw
voertuig uit. Trek de handrem aan. Sluit eerst de rode (+) pooltang (positie 9 in het overzicht) aan op de pluspool van de voertu-
igaccu. De zwarte (-) pooltang (positie 8 in het overzicht) sluit u, zo ver mogelijk verwijderd van de accu, aan op het motorblok
of het chassis (niet op gelakte delen). Controleer of het ATTENTIE-symbool (positie 11 in het overzicht) gaat branden. Als er geen
foutmelding wordt weergegeven, drukt u op de START-knop (positie 1 in het overzicht) (bij elke start opnieuw nodig) en wacht
u totdat het apparaat GEREED (positie 14 in het overzicht) weergeeft.

6.3.3 STARTEN

Start de motor. Laat de starter niet langer dan 6 seconden werken. De accu van het powerpack is niet geschikt voor langdurige
startpogingen. Houd tussen twee startpogingen altijd een pauze van minimaal 5 minuten aan. Als de motor na meerdere pog-
ingen niet aanslaat, stop dan de starthulpprocedure en probeer de oorzaak van het probleem te achterhalen.
26