LCD-DISPLAY
ATTENTIE (11)
Dit symbool gaat branden bij storingen, kortsluiting of omgekeerde polariteit. Koppel
onmiddellijk alle aansluitingen af en controleer alles zorgvuldig.
Accuspanning, intern (12)
Geeft de spanning van de interne accu van de starthulp weer.
Laadstatusindicator (13)
Geeft de laadstatus van de interne accu van de starthulp weer. Om een voertuig met de
starthulp te kunnen starten, moet het display ten minste 3 laadbalken weergeven (12,8
volt). Tijdens het opladen worden de laadbalken van onder naar boven opgebouwd. Een
knipperende indicator geeft aan dat de accu leeg is en moet worden opgeladen.
GEREED (14)
Als dit symbool verschijnt, is het apparaat klaar voor gebruik.
U kunt uw voertuig nu starten.
Opwarmen (logo knippert) (14)
Bij lage omgevingstemperaturen onder 0 °C (32 °F) is automatisch verwarmen van de
starthulp vereist (verwarmingstijd maximaal 5 minuten). OPMERKING: Bij temperatu-
ren onder -20 °C (-4 °F) is de PRE-HEAT-functie niet voldoende om het apparaat op de
vereiste bedrijfstemperatuur te brengen. Deze functie kan niet worden geselecteerd,
maar wordt automatisch ingeschakeld, afhankelijk van de omgevingstemperatuur.
Oververhitting (logo's knipperen) (11+14)
Het apparaat is oververhit. Schakel het apparaat uit en laat het afkoelen. Oververhitting
kan optreden wanneer het apparaat bij hoge buitentemperaturen (> 65 °C of 149 °F) of
meerdere keren met korte tussenpozen wordt gebruikt.
9 LED-lamp
10 ATTENTIE foutmelding
11 Indicator accuspanning (intern)
12 Laadstatusindicator
13 Gereedheidsindicator
25