Tractel Tracpode EN 795-B Manuel D'installation page 33

gereedschap en onderdelen die hij nodig heeft voor de
werkzaamheden.
"Valbeveiligingssysteem": Een geheel dat uit de
volgende elementen bestaat:
– Harnasgordel.
– Valbeveiliging met automatische lijnspanner of
energieabsorber of meelopende valbeveiliging met
een starre ankerlijn of meelopende valbeveiliging
met een flexibele ankerlijn.
– Verankering.
– Verbindingselement.
"Element van het valbeveiligingssysteem": Algemene
term die één van de volgende elementen aanduidt:
– Harnasgordel.
– Valbeveiliging met automatische lijnspanner of
energieabsorber of meelopende valbeveiliging met
een starre ankerlijn of meelopende valbeveiliging
met een flexibele ankerlijn.
– Verankering.
– Verbindingselement.
2.2. Pictogrammen
GEVAAR: Geplaatst aan het begin van een regel,
geeft instructies om schade aan personen, en in het
bijzonder dodelijke, ernstige of lichte verwondingen, en
milieuschade te voorkomen.
BELANGRIJK: Geplaatst aan het begin van een
regel, geeft instructies om defecten en schade aan
uitrusting te voorkomen, die echter geen rechtstreeks
gevaar inhouden voor het leven of de gezondheid van
de operator of van andere personen en/of die geen
milieuschade kunnen veroorzaken.
OPMERKING: Geplaatst aan het begin van een
regel, geeft instructies over het verzekeren van de
doeltreffendheid of het gebruiksgemak van een
installatie, een gebruik of onderhoudswerkzaamheden.
3. Gebruiksvoorwaarden
Controle voor gebruik:
• Controleer de poten met rubberen schoenen onder
de poten van de tracpode: ze staan in contact met de
grond en garanderen de vastheid, de hechting van
de poten van de tracpode als hij zonder riem gebruikt
wordt. Als de poten versleten, afgerukt of losgekomen
zijn of het kleinste visuele gebrek vertonen, mag men
de tracpode niet gebruiken.
• Controleer visueel de staat van de riem, de
kunstvezels, de draden van de kunstvezel: ze mogen
geen sporen van schuren, uitrafelen, verbrandingen of
breuken presenteren.
• Controleer de buizen van de uitschuifbare poten: ze
mogen niet vervormd, aangevreten of gescheurd zijn.
• Controleer alle pennen: ze mogen niet vervormd of
aangevreten zijn.
• Controleer het draaien van de buizen van de poten
rond de scharnierschroeven: gemakkelijke opening
van de tracpode.
• Controleer de staat
onderdelen, harnas en connectors.
• Controleer het volledig valbeveiligingssysteem.
• Controleer alle consoles die op de driepoot bevestigd
zijn: ze mogen niet vervormd, gescheurd of
aangevreten zijn.
Zorg er bij twijfel voor dat elk product onmiddellijk
buiten gebruik gesteld wordt.
BELANGRIJK: De drie poten moeten op dezelfde
lengte afgesteld worden en de tracpode moet verplicht
op een horizontaal vlak geïnstalleerd worden.
4. Functies en omschrijving
A – Katrol
B – Kit katrol
C – Verankeringspunt
D – Pen voor de hoogteregeling
E – Scharnierpoot
F – Kabelborgpen
G – Blokkeerpen
H – Been
I – Klempin
J – Uitschuifbare poot
K – Riem
Gebruiksaanbevelingen:
• De tracpode is een verankeringspunt conform de
normen EN795B:2012 en TS16415:2013. De uitrusting
mag gebruikt worden door maximaal twee personen
die uitgerust zijn met een valbeveiligingssysteem en
een harnasgordel.
• Gebruikstemperatuur: -40°C tot 60°C
• Met de tracpode kan men een afgesloten ruimte, put,
silo, riolering, enz. betreden.
• Statische weerstand van de tracpode: 15 kN
Hij is vervaardigd van aluminium; het lage gewicht
(21 kg) vergemakkelijkt het transport.
De hoogte van de tracpode kan geregeld worden
dankzij de zes afstelposities van de uitschuifbare
buizen.
BELANGRIJK: De tracpode bestaat uit twee
specifieke verankeringspunten die enkel voor een PBM
gebruikt mogen worden en niet voor een hijsmiddel, en
uit een specifiek verankeringspunt dat enkel gebruikt
mag worden voor het heffen van lasten en niet voor een
PBM volgens de markering gekoppeld aan dit punt
(figuur 7.b).
van de samenstellende
33
NL