Draaischakelaar in stand 0 draaien
N
De hendel van het spuitpistool
N
ingeknepen houden totdat het water
alleen nog maar uit de sproeierkop
druppelt – de druk in het apparaat is
nu afgebouwd
De hendel loslaten
N
1
Veiligheidspal (1) in de richting van
N
de pijl schuiven – het spuitpistool
wordt vergrendeld, onbedoeld
inschakelen wordt zo voorkomen
De netsteker uit de contactdoos
N
trekken
De waterslang loskoppelen van het
N
apparaat en het waterleidingnet
Na het gebruik
De hogedrukslang en de netkabel
N
op de daarvoor bestemde beugels
wikkelen – zie "Belangrijke
componenten"
RE 521, RE 551 PLUS, RE 581, RE 581 PLUS
Apparaat opslaan
Het apparaat in een droge, vorstvrije
ruimte opslaan.
Als beveiliging tegen bevriezing niet is
gewaarborgd:
De waterkraan dichtdraaien
N
Antivriesmiddel op glycolbasis –
N
zoals bij motorvoertuigen – via de
vulpijp in de waterkast bijvullen
Spuitpistool zonder spuitlans in een
N
hiertoe geschikt vat richten
Het apparaat met een geopend
N
spuitpistool inschakelen
(koudwaterstand)
De uit de waterkast gezogen
N
hoeveelheid vloeistof net zolang
met antivries bijvullen tot ca. 4 l
antivries door de pomp is
aangezogen, of tot er antivries uit
het spuitpistool komt
Tijdens het aanzuigen het
N
spuitpistool 2- tot 3-maal
inschakelen
Wachten tot de waterkast is
N
leeggezogen
Draaischakelaar in stand "0"
N
draaien
De resterende antivries in een
N
afgesloten jerrycan bewaren
Bij het opnieuw in gebruik nemen van
het apparaat kan de antivries worden
opgevangen en na afloop van de
werkzaamheden weer in de pomp
worden gezogen.
Hoofdstuk "Brandstoftank vullen" in acht
nemen.
Nederlands
229