FONCTIONNEMENT BRULEUR
DEMARRAGE BRULEUR (A)
• :
Fermeture télécommande TL
Démarrage servomoteur: il tourne vers la
droite jusqu'à l'angle fixé sur la came cor-
respondre avec le levier orange.
Après environ 3s
• 0s:
Le cycle de démarrage du coffret de sécu-
rité a commencé.
• 9s:
Démarrage moteur ventilateur.
Démarrage servomoteur: il tourne vers la
droite jusqu'à l'intervention du contact sur
la came avec levier rouge.
Le volet d'air se positionne sur la puis-
sance de 2ème allure.
• 21s:
Phase de préventilation avec le débit d'air
de la puissance de 2ème allure.
Durée 25 secondes.
• 46s:
Démarrage servomoteur: il tourne vers la
gauche jusqu'à l'angle fixé sur la came
correspondre avec levier orange.
• 56s:
L'étincelle jaillit de l'électrode d'allumage.
• 58s:
Le volet de l'air et le papillon réglage gaz
se positionnent sur la puissance de 1ère
allure.
• 59s:
La vanne de sécurité VS et la vanne de
réglage VR, ouverture rapide, s'ouvrent; la
flamme s'allume à une petite puissance,
point A.
On a ensuite une augmentation progres-
sive du puissance, ouverture lente de la
vanne de réglage, jusqu'à la puissance de
1ère allure, point B.
• 61,5s: L'étincelle s'éteint.
• 65s:
Si la télécommande TR est fermée, le ser-
vomoteur tourne encore jusqu'à interven-
tion de la came avec levier rouge en
plaçant le volet de l'air et la vanne papillon
du gaz en position de 2ème allure, seg-
ment C-D.
• 80s:
Le cycle de démarrage du coffret de sécu-
rité, point E, s'achève.
FONCTIONNEMENT DE REGIME (A)
Une fois le cycle de démarrage terminé, la com-
mande du servomoteur passe à la télécommande
TR qui contrôle la température ou la pression dans
la chaudière, point E.
(Le coffret de sécurité continue néanmoins à vérifier
la présence de la flamme et la position correcte du
pressostat de l'air).
• Quand la température, ou la pression, augmente
jusqu'à l'ouverture de TR, le servomoteur ferme la
vanne papillon du gaz et le volet de l'air, et le brû-
leur passe de la 2ème à la 1ère allure de fonction-
nement, segment F-G.
• Quand la température, ou la pression, diminue
jusqu'à la fermeture de TR, le servomoteur ouvre
la vanne papillon du gaz et le volet de l'air, et le
brûleur passe de la 1ère à la 2ème allure de fonc-
tionnement.
Et ainsi de suite.
• L'arrêt du brûleur a lieu quand la demande de
chaleur est inférieure à celle fournie par le brûleur
à la 1ère allure, segment H-I. La télécommande
TL s'ouvre, le servomoteur revient à l'angle 0°
limité par la came avec levier bleu. Le volet se
ferme complètement pour réduire au minimum les
pertes thermiques.
ABSENCE D'ALLUMAGE (B)
Si le brûleur ne s'allume pas, on a le blocage dans
un délai de 3 s à partir de l'ouverture de l'électro-
vanne gaz et de 65 s après la fermeture de TL. Le
voyant du coffret de sécurité s'allume.
EXTINCTION BRULEUR EN FONCTIONNEMENT
Si la flamme s'éteint accidentellement en cours de
fonctionnement, le brûleur se bloque en 1 seconde.
WERKING BRANDER
START BRANDER (A)
• :
Sluiting afstandsbesturing (thermostaat)
TL.
Start servomotor : hij draait naar rechts tot
de vastgestelde hoek op de nok met de
oranje hendel overeenkomt.
Na ongeveer 3s
• 0s:
Het startprogramma van de elektrisch
vlambeveiligingsautomaat is begonnen.
• 9s:
Start van de motor van de ventilator.
Start servomotor: hij draait naar rechts tot
interventie van het contact op de nok met
rode hendel.
De luchtklep staat in de positie van het
vermogen in 2de vlamgang.
• 21s:
Voorventilatiefae met luchtdebiet van het
vermogen in 2de vlamgang.
Duurtijd 25s.
• 46s:
Start servomotor: hij draait naar links tot
de vastgestelde hoek op de nok met de
oranje hendel overeenkomt.
• 56s:
Vonk aan de ontstekingselektrode.
• 58s:
De luchtklep en de gassmoorklep staan in
de positie van het vermogen in 1° vlam-
gang.
• 59s:
De elektromagnetische veiligheidsafslui-
ter VS en de elektromagnetische regelklep
VR gaan open, snelle opening. De vlam
ontsteekt bij een laag vermogen, punt A.
Het vermogen stijgt geleidelijk, de regel-
klep opent traag tot het vermogen van
1ste vlamgang, punt B.
• 61,5s: Doven van de vonk.
• 65s:
Als de thermostaat TR gesloten is, draait
de servomotor nog door tot de inschake-
ling van de nok met rode klep en brengt de
luchtklep en de gassmoorklep in de positie
van de 2° vlamgang, traject C-D.
• 80s:
Loopt het startprogramma van de elek-
trisch
vlambeveiligingsautomaat
einde, punt E.
TIJDENS WERKING (A)
Na de startfase gaat de regeling van de servomotor
over op de thermostaat TR die de druk of de tempe-
ratuur in de ketel controleert, punt E. (De brander-
automaat zet in ieder geval de controle van de
vlamaanwezigheid en van de correcte stand van de
luchtdrukschakelaar voort).
• Wanneer de temperatuur of de druk toeneemt tot
aan de opening van de TR, sluit de servomotor de
gassmoorklep en de luchtklep en de brander gaat
van de 2° naar de 1° vlamgang, traject F-G.
• Wanneer de temperatuur of de druk afneemt tot
aan de sluiting van de TR, opent de servomotor
de gassmoorklep en de luchtklep en de brander
gaat van de 1° naar de 2° vlamgang.
Enzovoorts.
• De brander komt tot stilstand, wanneer minder
warmte gevraagd wordt dan die geleverd door de
brander in de 1° vlamgang, lijn H-I. De thermo-
staat TL gaat open en de servomotor zakt terug
naar de 0° hoek begrensd door de nok met
blauwe hendel. De luchtklep sluit volledig om
zoveel mogelijk warmteverliezen te voorkomen.
GEBREK AAN VLAMONTSTEKING (B)
Bij gebrek aan vlamontsteking, vergrendelt de bran-
der binnen 3 sec na opening van de gasklep en 65
sec na sluiting van de TL. Het controlelampje op de
branderautomaat brandt.
HET UITGAAN VAN DE BRANDER IN WERKING
Als de vlam per ongeluk tijdens de werking dooft
dan vergrendelt de brander binnen 1 sec.
33
ten