•
Verander de spanning/het aantal cellen met de toetsen „+>" en „
Houd er rekening mee dat de spanning alleen aan de hand van het aantal cellen wordt veranderd (bijv. een cel =
2,0V, twee cellen = 4,0V enz.). Bevestig de instelling met de toets „Start/Enter".
•
Om het laadproces te starten, houdt u de toets „Start/Enter" langer ingedrukt (ca. 3 seconden).
•
Indien de instellingen verkeerd zijn resp. het laadapparaat een fout vaststelt, dan klinkt een waarschuwingssign-
aal en wordt de betreffende informatie op het display weergegeven.
Met de toets „Batt Type/Stop" beëindigt u het waarschuwingssignaal; u komt weer terug in het vorige instelmenu.
als de accu juist wordt herkend, verschijnt bijvoorbeeld de volgende weergave:
•
Wanneer het laadproces is voltooid, klinkt een geluidssignaal.
•
Indien u het laadproces eerder wilt stoppen, drukt u op de toets „Batt Type/Stop".
c) accu ontladen („dIsCharge")
•
Nadat u in het hoofdmenu met de toets „Batt Type/Stop" het „Pb"-programma hebt geselecteerd en met de toets
„Start/Enter" hebt bevestigd, kunt u met de toets „+>" resp. „
-
+
Start
Enter
•
Om een waarde te veranderen, drukt u op de toets „Start/Enter". De ontlaadstroom knippert.
•
Verander de ontlaadstroom met de toetsen „+>" en „
•
Vervolgens knippert de spanning/het aantal cellen.
00
1 Accutype
2 Laadstroom
3 Accuspanning
4 Actuele oplaadtijd
5 Geladen capaciteit in mAh
De waarde links op de tweede regel geeft de ontlaadstroom aan;
de waarde rechts de spanning resp. het aantal cellen van de accu
(hier in het voorbeeld een 6-cellige loodaccu, 6x 2,0V = 12.0V).
-
+
-" en bevestig de waarde met de toets „Start/Enter".
<
-"
<
" de ontlaadfunctie selecteren:
-
<