Voorspoor instellen:
Het draaien van de spoorstangen (afbeelding 12, pos. 1) naar voor verlengt de buitenste
spoorstang. Het wiel wordt boven de spoorstanghendel achteraan naar buiten gedrukt.
Deze instelling leidt er toe dat de binnenzijde van de banden sneller slijt.
Naspoor instellen:
Het draaien van de spoorstangen (afbeelding 12, pos. 1) naar achter verkort de
buitenste spoorstangen. Het wiel wordt boven de spoorstanghendel achteraan naar
binnen gedrukt. Deze instelling leidt er toe dat de buitenzijde van de banden sneller
slijt.
Ackermann-effect
Om de progressiviteit van de stuuruitslag op het binnenste wiel in de bocht (Ackermann-hoek) in te stellen, kunnen de spoorstangen (afbeelding 12, pos. 1) in
de stuurhevels naar andere ophangpunten worden verplaatst (afbeelding 12, pos. 2).
e) Tuning voor gevorderden
Differentiëlen instellen
De differentialen van het model worden gevuld met vet. De viscositeit van het vet zorgt voor een blokkering van het differentieel die voor de meeste terreinen en
toepassingen geschikt is.
Als het vet door een siliconen differentieelolie met hoge viscositeit vervangen wordt, kan de sperwerking aangepast worden. Hoe groter de viscositeit, des te
hoger is de sperwerking.
• Als het voertuig onder belasting uit de bochten gaat, kunt u het achterste differentieel lossen (vet met geringe viscositeit) of het voorste sperren (vet met
hogere viscositeit).
• Als het voertuig onder belasting onderstuurt, kunt u het achterste differentieel (vet met hoge viscositeit) sperren of het voorste (vet met geringe viscositeit)
losmaken.
U kunt tussen siliconenvet met een viscositeit van 1000 (lage sperwerking) tot 50000 (hoge sperwerking) kiezen.
Waarschuwing!
Het transmissievet mag alleen vervangen worden door een ervaren modelbouwer die zijn voertuig goed beheerst en voldoende technische kennis
heeft voor het uitbouwen en de demontage van de differentiëlen.
f) De automatische tweeversnellingsbak (optioneel)
Functie van de 2-versnellingsbak
Op de koppelingsklok zitten er twee rondsels met een verschillend aantal tanden vastgeschroefd. De twee hoofdtandwielen aan de centrifugaalkoppeling zijn
via een vrijlooplager met elkaar verbonden. Het schakelmoment is afhankelijk van het toerental.
In de eerste schakelstand wordt het motortoerental van het kleinere rondsel op de koppelingsklok overgebracht naar het grotere tandwiel aan de aandrijving, het
tandwiel voor de tweede schakelstand draait stationair mee. Bij hoge toerentallen zorgt de middelpuntvliedende kracht ervoor dat de hendel van de
centrifugaalkoppeling tegen een veerweerstand naar buiten getrokken wordt en in de meenemer op het tandwiel van de tweede schakelstand pakt. Het
motortoerental wordt nu van het grotere rondsel op de koppelingsklok overgedragen op het kleinere tandwiel in de aandrijving, het tandwiel van de eerste
schakelstand draait na via het vrijlooplager. Het schakelmoment van de 2-versnellingsbak kan ingesteld worden.
Let bij de inbouw en correcte instelling van het schakelpunt op de voorschriften in de gebruiksaanwijzing van de 2-versnellingsbak.
Afbeelding 12
95