NL
4. Vul de sproeivloeistof in het reservoir [1].
Het apparaat mag niet onder druk staan.
5. Schroef de pomp [2] in het reservoir [1].
6. Zwenk de pomphouder [8] naar binnen.
Zonder perslucht-vulventiel
7. Druk de pomphandgreep [13] naar onderen en draai deze in wijzerrichting.
8. Pomp het reservoir [1] op tot de gewenste druk
9. Druk de pomphandgreep [13] naar onderen en draai deze in tegenwijzerrichting.
Met perslucht-vulventiel (optie)
7. Sluit de persluchtslang [17] aan op het perslucht-vulventiel [18].
Let erop dat de voordruk niet hoger dan 15 bar is.
8. Nadat de gewenste druk opgebouwd is
Sproeien
Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk „Veiligheid" in acht. Gebruik het apparaat
alleen rechtop staand of hangend. Voorkom wegdrijven van sproeidruppeltjes naar
niet te behandelen oppervlakken. Neem de voorschriften van de fabrikant van de
middelen in acht.
1. Hang het apparaat over de schouder, c.q. hang het op de rug.
2. Bedien het uitzetventiel [9]
3. Neem de optimale sproeidruk in acht
Sproeidruk
Sproeihoeveelheid bij vlakstraalsproeier
1,5 bar
2,0 bar
3,0 bar
Tabel 2. Afhankelijkheid: sproeihoeveelheid – sproeidruk
.
.
, verwijdert u de persluchtslang [17].
op de manometer [16].
0,56 l/min
0,64 l/min
0,78 l/min
29
B
.
.
.