3 Toepassingen
Het stereomengpaneel met ingebouwde
audio speler en Bluetooth-ontvanger is zowel
geschikt voor willekeurige professionele als
privé DJ-toepassingen als voor gebruik in
een geluidsinstallatie . Het is uitgerust met
vier stereo-ingangskanalen en met een DJ-
microfoonkanaal . Om de ingangssignalen of
het mastersignaal voor te beluisteren, kunt u
een hoofdtelefoon aansluiten .
Het mengpaneel kan als vrijstaand tafel-
model gebruikt worden of in een 19"-rack
(482 mm) gemonteerd worden . Voor mon-
tage in een rack zijn 2 RE (= 89 mm) nodig .
3.1 Conformiteit en goedkeuring
Hiermee verklaart MONACOR INTERNATIO-
NAL dat het apparaat MPX-410DMP in over-
eenstemming is met de richtlijn 2014 / 53 / UE .
De EU-conformiteitsverklaring is beschikbaar
op het internet:
www .img-stageline .com
Het gebruik van het apparaat is algemeen toe-
gelaten in de lidstaten van de EU en de EFTA,
en is vrij van registratie en van belastingen.
4 De apparatuur aansluiten
Schakel het mengpaneel uit of draai onder-
staande regelaars volledig dicht, voordat u
verbindingen tot stand brengt of loskoppelt .
Zo vermijdt u storingsgeluiden:
— BOOTH (7)
— MASTER (9)
— PFL (18)
1) Sluit de geluidsbronnen aan op de over-
eenkomstige ingangsjacks (28):
– jacks LINE en AUX voor de aanslui-
ting van apparatuur met lijnniveau (bv .
cd-speler, radio)
– jacks PHONO voor de aansluiting van
platenspelers met magnetische cel
– jacks MIC voor het aansluiten van mi-
crofoons
Op elk ingangskanaal kunt u tot drie ge-
luidsbronnen aansluiten . Met de bijbeho-
rende in gangskeuzeschakelaars (6) kunt u
tussen de geluidsbronnen omschakelen .
2) Op de jack DJ MIC (11) aan de frontzijde
kunt u een DJ-microfoon aansluiten .
3) Sluit de versterker om het geluid voor het
publiek te verzorgen, aan op de XLR-jacks
MASTER (25) of op de cinch-jacks MAS-
TER (26) . De twee jack-paren kunnen ook
tegelijk ge bruikt worden, bv . voor twee
versterkers .
4) Op de jacks BOOTH (24) kunt u een moni-
torinstallatie in een afzonderlijke ruimte
aansluiten . Voor een afzonderlijke instel-
ling van het geluidsvolume is een regelaar
BOOTH (7) beschikbaar .
5) Sluit voor eventuele geluidsopnamen een
opnameapparaat aan op de uitgangs-
jacks REC (27) . Het opnameniveau is on-
afhankelijk van de stand van de regelaar
MASTER (9) .
6) Via een hoofdtelefoon kunt u de signa-
len van de individuele ingangskanalen en
20
het mastersignaal voorbeluisteren [d . w . z .
de signalen kunnen ook voorbeluisterd
worden, wanneer de bijbehorende kanaal-
fader (5) volledig dichtgeschoven of de re-
gelaar MASTER (9) volledig dichtgedraaid
is . Sluit de hoofdtelefoon (minimum-
impedantie 8 Ω) aan op de jack
7) Verbind de netaansluiting (22) van het
mengpaneel via het bijgeleverde netsnoer
met een stopcontact (230 V/ 50 Hz) .
5 Bediening
WAAR-
Stel het volume van de geluids-
SCHUWING
installatie en dat van de hoofd-
telefoon nooit zeer hoog in .
Langdurige blootstelling aan
hoge volumes kan het gehoor
beschadigen! Het gehoor raakt aangepast
aan hoge volumes die na een tijdje niet meer
zo hoog lijken . Draai het volume daarom
niet verder open, zelfs nadat u eraan ge-
woon bent .
5.1 In- en uitschakelen
Plaats volgende uitgangsregelaars in de mini-
mumstand, voordat u inschakelt . Zo vermijdt
u inschakelgeluiden en een te hoog volume:
— BOOTH (7)
— MASTER (9)
— PFL (18)
Om het mengpaneel in en uit te schakelen,
drukt u op de netschakelaar POWER (21) . Bij
ingeschakeld mengpaneel licht de bedrijfsled
boven de schakelaar op .
5.2 Uitsturing van de
ingangskanalen
De volgende bedieningsstappen dienen al-
leen als hulp, er zijn ook andere methoden
mogelijk .
1) Zorg eerst voor de volgende basisinstelling .
a) Bij alle ingangskanalen draait u de rege-
laars GAIN (4), de klankregelaars HIGH
en LOW (14) in de middelste stand en
schuift u de kanaalfaders (5) volledig
dicht .
b) Draai de regelaar LEVEL (12) volledig
dicht .
c) Plaats de beide schuifregelaars (16)
voor de crossfader in de stand 0, om
de mengfunctie uit te schakelen .
d) Draai de regelaars BALANCE (20) in de
middelste stand .
2) Om het ingangssignaal door de niveauleds
(8) weer te laten geven, draait u de rege-
laar MASTER (9) ca .
⁄
open .
2
3
3) Schuif de kanaalregelaar van het eerste
gebruikte kanaal ca .
⁄
open (pos . 7), se-
2
3
lecteer met de ingangskeuzeschakelaar (6)
de signaalbron en stuur een geluidssignaal
naar het kanaal (bv . muziekstuk, aankon-
diging via de microfoon) .
Voor kanaal CH 1 kunt u de audiospe-
ler of de Bluetooth-ontvanger als signaal-
bron selecteren . De bediening van de
respectieve apparaten wordt beschreven
in de hoofdstukken 5 .5 en 5 .6 . Plaats de
ingangskeuzeschakelaar van het kanaal
CH 1 hiervoor in de stand MP3 .
4) Stel de ingangsversterking optimaal in aan
de hand van de niveauleds: Plaats de re-
gelaar GAIN zo in dat bij luide fragmenten
een niveau in het bereik van 0 dB wordt
(19) .
weergegeven .
5) Stel de klank in met de regelaars HIGH voor
de hoge tonen en LOW voor de lage tonen .
Controleer aansluitend de uitsturing van
het kanaal en corrigeer de ingangsverster-
king eventueel met de regelaar GAIN .
6) Schuif de kanaalfader opnieuw dicht en
stel ook de andere ingangskanalen ach-
tereenvolgens in .
5.3 De geluidsbronnen mengen
Tussen twee kanalen regelen
1) Na het uitsturen van de ingangskanalen
kunt u de signalen ervan met de kanaal-
regelaars (5) onderling mengen of in- en
uitmengen . Schuif de regelaars van onge-
bruikte kanalen altijd volledig dicht .
2) Stel met de regelaar MASTER (9) het uitein-
delijke volume van het mastersignaal in en
met de regelaar BALANCE (20) de stereo-
balans . Het signaalniveau kunt u aan de
hand van de niveauleds (8) aflezen . In de
regel wordt bij 0 dB een optimale uitsturing
bereikt . Als het uitgangsniveau van het
mengpaneel voor de aangesloten verster-
ker echter te hoog of te laag is, moet het
mastersignaal overeenkomstig hoger of
lager ingesteld worden, maar zonder dat
er vervormingen optreden .
Stel voor een monitorinstallatie die op
de jacks BOOTH (24) is aangesloten, het
geluidsvolume met de regelaar BOOTH (7)
afzonderlijk in .
3) Voor een aankondiging via een op de jack
DJ MIC (11) aangesloten microfoon stelt
u het geluidsvolume in met de regelaar
LEVEL (12) en de klank met de regelaars
HIGH en LOW (13) . Om de aankondiging
beter te verstaan, vermindert u met de re-
gelaars het volume van de ingangskanalen
CH 1 tot 4 .
4) Met de crossfader (15) kunt u tussen twee
kanalen mengen . Selecteer daarvoor met
de toewijzingsschakelaars (16) de beide ka-
nalen waarvan u de signalen wilt mengen .
5.4 De kanalen CH 1 – 4 en het
mastersignaal voorbeluisteren
De ingangskanalen CH 1 – 4 kunnen individu-
eel via een hoofdtelefoon beluisterd worden,
ook als de bijbehorende kanaalfader (5) dicht-
geschoven is . Zo kunt u bv . de volgende af te
spelen track selecteren . Bovendien kunt u het
mastersignaal beluisteren, ook als de regelaar
MASTER (9) in de minimumstand staat .
1) Om een ingangskanaal voor te beluiste-
ren, drukt u de bijbehorende toets CH 1 – 4
(17) in, en om het mastersignaal voor te
beluisteren, drukt u op de toets MASTER .
2) Stel met de regelaar PFL (18) het volume
van de hoofdtelefoon in .