MC Crypt DJM-300 Notice D'emploi page 68

Aansluitings- en bedieningselementen
(6) Kanaalfader
Met de kanaalfaders stelt u het niveau van het betreffende kanaal in.
Regelaar helemaal omlaag geschoven = minimaal kanaalniveau
Regelaar helemaal omhoog geschoven = maximaal kanaalniveau
De kanaalfader van het ongebruikte kanaal moet naar beneden worden geschoven. Zo wordt het risico
gereduceerd, dat storende geluiden worden binnengehaald.
(7) Toets TALK
Druk op deze toets om tijdens een bericht via de DJ-microfoon het volume van de andere kanalen te
verminderen. Hierdoor worden berichten beter hoorbaar zonder dat het volume van de andere kanalen moet
worden gewijzigd.
(8) Beatcounter BPM
De beide beatcounters geven de BPM-waarde van het betrokken kanaal. Deze indicator wordt gebruikt voor
het gelijkstellen van de snelheid bij het faden met de crossfader (9).
(9) Crossfader
Met behulp van deze schuifregelaar vindt tussen de kanalen CHANNEL 2 en CHANNEL 3 een langzame
mengovergang plaats.
Het ene kanaal vervaagt door bediening van de schuifregelaar (wordt zachter), tegelijkertijd wordt het andere
kanaal ingevoegd (wordt harder). In de middelste stand van de crossfader-schuifregelaar worden beide
kanalen in gelijke delen weergegeven.
(10) Uitsturingsindicator
De uitsturingsindicator geeft informatie over het niveau van het uitgangssignaal. De indicator dient indien
mogelijk de "0dB"-waarde niet te overschrijden, aangezien dit kan leiden tot vervorming van het muzieksignaal.
De indicator MAIN heeft betrekking op het niveau van het mastersignaal.
De indicator CUE heeft betrekking op het niveau van het voorbeluistersignaal (koptelefoonsignaal).
(11) Schakelaar POWER
Met deze schakelaar wordt het mengpaneel in- resp. uitgeschakeld. In de stand I is het mengpaneel
ingeschakeld.
Bij een ingeschakeld mengpaneel licht de rode LED-indicator naast de schakelaar POWER op.
(12) Regelaar MASTER
Met deze regelaar wordt het niveau bij de uitgang MASTER (19) ingesteld.
68