Installatie En Elektrische Aansluiting - Wilo HiControl 1/FC Notice De Montage Et De Mise En Service

Nederlands
- RESET = resetknop (pos. 8). Na het controleren en oplossen van de storing moet
deze knop worden ingedrukt totdat de druk in de installatie weer is hersteld.
Dit geldt ook voor de eerste inbedrijfname. Wanneer de inschakeldruk nog niet
hoog genoeg is, toont de pomp meteen weer een storing aan.

7 Installatie en elektrische aansluiting

De installatie en elektrische aansluiting mogen alleen door volgens lokale
bepalingen gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd!
WAARSCHUWING! Gevaar voor letsel!
Neem de geldende voorschriften voor ongevallenpreventie in acht.
WAARSCHUWING! Gevaar door elektrische spanning!
Sluit alle mogelijke gevaren door elektrische energie uit.
7.1 Het in ontvangst nemen van het product
• Pak de besturingseenheid uit en verwijder de verpakking conform de
milieuvoorschriften.
7.2 Installatie
• De inbouw- en bedieningsvoorschriften van andere producten die ook deel uitma-
ken van de installatie, dienen afzonderlijk te worden nageleefd.
7.3 Hydraulische aansluiting
• De pijl op het pomphuis duidt de stroomrichting van het medium aan.
• Het apparaat mag alleen worden aangesloten op een verticale persleiding.
• Sluit het apparaat met geschikte verbindingen en met behulp van teflonband aan
op het drukstuk van de pomp.
• De waterkolom 'HR' ofwel 'HC' moet kleiner zijn dan 15 m. Er mag geen tappunt
zitten tussen de pomp en het apparaat (Fig. 3).
• Flexibele manchetten vóór en na het apparaat verhinderen de overdracht
van eventuele trillingen van de pomp en vereenvoudigen het rekken bij de
aansluitingen.
7.4 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING! Gevaar door elektrische spanning!
Sluit alle mogelijke gevaren door elektrische energie uit.
• Elektrische werkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd door een
daarvoor gekwalificeerde elektricien!
• De pomp moet vóór de elektrische aansluiting spanningsvrij zijn en tegen onbe-
doelde herinschakeling beveiligd zijn.
• Om de installatie- en bedrijfsveiligheid te waarborgen, dient de aarding via de
aardklemmen van de voedingsspanning te verlopen.
40 WILO SE 10/2018