■
Gebruik het product alleen
samen met het basisappa-
raat 1.
■
Let erop dat de aansluitingen
niet verstopt raken door vuil-
deeltjes en dat er geen vuil
in de buizen terechtkomt.
■
Zorg ervoor dat alle aansluitin-
gen goed vast zitten.
■
Sluit na gebruik van het product
altijd het waterafgiftepunt
(waterkraan)!
■
Haal het product tijdens vorst-
periodes uit elkaar, om vorst-
schade te voorkomen.
Aansluiting en montage
OPMERKING
U kunt het basisapparaat 1
►
aansluiten op een waterkraan
of op het koppelstuk van een
tuinslang. Het pijlsymbool op
het basisapparaat 1 geeft de
stroomrichting van het water
aan.
│
NL │ BE
■
34
OPMERKING
De brede verdeelbuis w wordt
►
vanaf het basisapparaat 1 tot
in de buurt van de gewenste
irrigatieplaats gelegd.
De smalle verdeelbuis q wordt
vanaf de brede verdeelbuis w
direct voorbij de planten gelegd
die door de rijdruppelaar 8
moeten worden geïrrigeerd.
►
Kijk voor de montage naar het
voorbeeld van een aansluit-
schema op de uitvouwpagina.
De volgende beschrijving heeft
betrekking op dit voorbeeld.
Aansluiting tuinslang
Steek het basisapparaat 1 in
♦
het koppelstuk van de tuinslang.
PTBS 30 A1