Motorapparaat vervoeren
Altijd de motor afzetten.
Het motorapparaat aan de handgreep,
resp. aan de beugelhandgreep dragen,
het werktuig naar voren gericht.
Hete onderdelen van de machine niet
aanraken – kans op brandwonden!
In de auto: de motor laten afkoelen, het
motorapparaat tegen omvallen,
beschadiging en tegen het weglekken
van benzine beveiligen.
Zie ook aanwijzingen voor
"Motorapparaat vervoeren" in de
handleiding van het gebruikte
multigereedschap.
Tanken
Benzine is bijzonder licht
ontvlambaar – uit de
buurt blijven van open
vuur – geen benzine mor-
sen – niet roken.
Voor het tanken de motor afzetten.
Niet tanken zolang de motor nog heet is
– de benzine kan overstromen –
brandgevaar!
MM 55
De tankdop voorzichtig losdraaien,
zodat de heersende overdruk zich
langzaam kan afbouwen en er geen
benzine uit de tank kan spuiten.
Uitsluitend op een goed geventileerde
plek tanken. Als er benzine werd
gemorst, het motorapparaat direct
schoonmaken – de kleding niet in
aanraking laten komen met de benzine,
anders direct andere kleding
aantrekken.
De motorapparaten kunnen af fabriek
zijn uitgerust met verschillende
tankdoppen. Na het tanken:
De schroef-tankdop zo
vast mogelijk draaien.
De tankdop met beugel
(bajonetsluiting) correct
aanbrengen, tot aan de
aanslag draaien en de
beugel inklappen.
Hierdoor wordt het risico verkleind dat
de tankdop door de motortrillingen
losloopt en er benzine wegstroomt.
Op lekkages letten! Als er
benzine weglekt de motor
niet starten – levensge-
vaar door verbranding!
Voor het starten
Het motorapparaat op technisch goede
staat controleren – het desbetreffende
hoofdstuk in de handleiding in acht
nemen:
Het brandstofsysteem op lekkage
–
controleren, vooral de zichtbare
onderdelen zoals bijv. de tankdop,
slangaansluitingen, hand-
benzinepomp (alleen bij
motorapparaten met hand-
benzinepomp). Bij lekkages of
beschadiging de motor niet starten
– brandgevaar! Het apparaat voor
de ingebruikneming door een
geautoriseerde dealer laten
repareren
De combinatie van werktuig en
–
beschermkap moet zijn vrijgegeven
en alle onderdelen moeten correct
zijn gemonteerd
De combischuif moet gemakkelijk in
–
stand STOP, resp. 0 kunnen
worden geplaatst
De gashendelblokkering en de
–
gashendel moeten goed gangbaar
zijn – de gashendel moet
automatisch in de stationaire stand
terugveren
De bougiesteker op vastzitten
–
controleren – bij een loszittende
steker kunnen vonken ontstaan,
hierdoor kan het vrijkomende
benzine-luchtmengsel ontbranden –
brandgevaar!
Geen wijzigingen aan de
–
bedieningselementen en de
veiligheidsinrichtingen aanbrengen
Nederlands
57