Algemene Functies Van De Audioweergave; Weergavemodus Selecteren; Volume Instellen; Weergave Stom Schakelen - Sonoro SO-320 Mode D'emploi

1. Druk in de stand-bymodus kort op de toets
[SNOOZE]-toets op de afstandsbediening. Houd
in ingeschakelde toestand de[SNOOZE]-toets op
de afstandsbediening ingedrukt tot het snooze-
submenu verschijnt (Afb. 33).
 Het display toont het symbool [Snooze]
(Afb. 33/1).
2. Draai aan de bedienknop om de duur in te
stellen.
3. Druk op de bedienknop om de invoer te beves-
tigen.
10 Algemene functies van de
audioweergave
10.1

Weergavemodus selecteren

Voor de audioweergave van verschillende media of
externe apparaten selecteert u de desbetreffende
modus.
Afb. 34: Weergavemodus selecteren
1.
Schakel de sonoroSTEREO 2 in.
2.
Druk op de[MENU]-toets aan de voorzijde van
het apparaat tot de gewenste modus wordt
weergegeven, of op de desbetreffende modus
op de afstandsbediening.
i
Alternatief kunt u ook na indrukken van de
[MENU]‐toets de bedienknop draaien om de
afzonderlijke modi te wisselen. Druk op de
bedienknop om de modus te bevestigen.
 Het display toont de geselecteerde modus
(Afb. 34).
10.2

Volume instellen

Afb. 35: Volume instellen
1. Draai de bedienknop om het volume te
ver-hogen of te verlagen (Afb. 35).
 Het display toont een volumeregelaar.
10.3

Weergave stom schakelen

Stom schakelen
Afb. 36: Stom schakelen
1. Druk in de weergavemodus kort op de [MUTE]-
toets op de afstandsbediening om het geluid tij-
dens weergave uit te schakelen.
 Het display toont de tekst
[Volume Mute (Geluid UIT)] (Afb. 36).
Geluid inschakelen
2. Om het geluid weer in te schakelen, drukt u
opnieuw op de[MUTE]-toets op de afstandsbe-
diening of draait u de bedienknop rechtsom.
11

Radioweergave

1. Druk op de[MENU]-toets aan de voorzijde van
het apparaat tot de FM- of DAB-modus wordt
weergegeven, of op de desbetreffende modus
op de afstandsbediening.
 Het display toont het symbool [FM Radio] of
[DAB Radio].
In de radiomodus toont het display de volgende infor-
matie:
 Modus: FM-radio of DAB-radio.
 Opgeslagen programmaplaats voor zover de
zender in het programmageheugen is opgeslagen.
 Zendernaam, indien de zender RDS-tekst verstuurt.
 RDS-tekst van de zender, indien de zender RDS-
tekst verzendt.
i
RDS is alleen voor zenders in het FM‐frequentiebe‐
reik beschikbaar, en alleen indien de zender RDS‐
gegevens overdraagt.
Als de zender geen RDS-tekst verstuurt, wordt in
plaats van de zendernaam de frequentie weerge-
geven.
63