5
Toestellen aansluiten
Schakel het mengpaneel uit, alvorens toestellen aan
te sluiten resp. bestaande aansluitingen te wijzigen.
5.1 Microfoons
Opgelet!
Om luide schakelploppen te vermijden, schakelt u
de fantoomvoeding alleen in- of uit, wanneer het
mengpaneel is uitgeschakeld of met de toets
STANDBY (43) is gedempt.
Sluit op fantoomgevoede XLR-jacks MIC geen on-
gebalanceerde microfoons aan. De microfoons
kunnen worden beschadigd.
1) Als de gebruikte microfoons geen fantoomvoe-
ding vereisen, mag men de verzonken schakelaar
PHANTOM POWER +48 V (50) niet indrukken.
Na het inschakelen van het mengpaneel mag de
rode LED erboven niet oplichten. In dit geval kun-
nen zowel gebalanceerde als ongebalanceerde
microfoons worden aangesloten.
2) Voor het gebruik van fantoomgevoede micro-
foons dient men de schakelaar PHANTOM POW-
ER +48 V met een spits voorwerp (bijv. een bal-
pen) in te drukken. Na inschakelen van het meng-
paneel licht de rode LED erboven op. Alle XLR-
jacks MIC (1) van de mono-ingangskanalen heb-
ben een fantoomvoeding van 48 V.
Intern kan de fantoomvoeding in de monoka-
nalen afzonderlijk worden uitgeschakeld (hoofd-
stuk 4.1) en in de stereokanalen kan ze afzon-
derlijk worden ingeschakeld (hoofdstuk 4.2).
3) Sluit de microfoons aan op de XLR-jacks MIC (1
en 2).
Opmerking: Er kan niet worden omgeschakeld tus-
sen de XLR-jack MIC en de stekkerbus LINE. Sluit
daarom in de monokanalen ofwel de jack MIC (1) of
de jack LINE (3) aan. Indien op een stereokanaal
een microfoon wordt aangesloten op de jack MIC (2)
en een apparaat met lijnniveau-uitgang op de jacks
LINE (4), dan kunt u de mengverhouding van de
beide signalen met de regelaars GAIN (7) instellen
en het mengsignaal als subgroep verder bewerken.
5
Conexiones
Verifique que la mesa de mezcla esté desconectada
antes de efectuar las conexiones de los aparatos
audio o de modificarlas.
5.1 Micros
¡Atención!
Conecte o desconecte la alimentación phantom
solo si la mesa de mezcla está desconectada o
apagada con la tecla STANDBY (43), para evitar
todo ruido fuerte durante la conexión.
No conecte micros asimétricos en las tomas XLR
MIC con las tomas de alimentación phantom. Los
micros pueden dañarse.
1) Si los micros utilizados no necesitan alimenta-
ción phantom, no active el interruptor empotrado
PHANTOM POWER +48 V (50). Después de la
conexión de la mesa de mezcla, el LED rojo
encima de este interruptor no debe brillar. En
este caso es posible conectar micros simétricos
como asimétricos.
2) Para el funcionamiento de micros con alimenta-
ción phantom, pulse el interruptor PHANTOM
POWER +48 V con un objeto fino (p. ej. bolí-
grafo). Después de la conexión de la mesa de
mezcla, el LED rojo encima del interruptor brilla.
La alimentación phantom de 48 V está presente
en todas las tomas XLR MIC (1) de los canales
de entrada mono.
La alimentación phantom pueden desconec-
tarse, en interno, separadamente en los canales
mono (capítulo 4.1) y conectarse separadamente
en los canales estéreo (capítulo 4.2).
3) Conecte los micros en las tomas XLR MIC (1 y 2).
Ojo: no es posible conmutar entre las tomas XLR
MIC y las tomas jack 6,35 LINE. Por esta razón
conecte o la toma MIC (1) o la toma LINE (3) en los
canales mono. Si en un canal estéreo, un micro está
conectado a la toma MIC (2) y un aparato con salida
nivel línea con las tomas LINE (4), la relación de
5.2 Instrumenten en apparatuur met lijnuit-
gang
Sluit signaalbronnen met monolijnuitgang (b. v. in-
strumenten) aan op de jacks LINE (3). Bij het aan-
sluiten van monoapparatuur op de stereokanalen
M1 en M2 mag men telkens alleen de bovenste jack
LEFT/MONO (4) aansluiten. Het ingangssignaal
wordt dan intern naar het rechter en linker kanaal
geschakeld.
Sluit stereoapparatuur aan op de beide jacks
LINE (4). U kunt de stereoapparatuur echter ook op
de jacks LINE van de monokanalen aansluiten:
1. Monoaansluiting
Gebruik hiervoor een adapter (b. v. NTA-169,
MCA-300 van MONACOR). Anders wordt de
fase van een kanaal gedraaid (verschilsignaal).
Sluit apparaat aan op de jack LINE (3).
2. Stereoaansluiting
Sluit het linker en het rechter kanaal van het
stereoapparaat gescheiden aan op telkens een
jack LINE (3) [eventueel via de adapterkabel
MCA-202 van MONACOR] en draai de panora-
maregelaar PAN (16) voor het linker kanaal hele-
maal naar links resp. de panoramaregelaar voor
het rechter kanaal helemaal naar rechts.
5.3 Het effectenapparaat in de monokanalen
tussenschakelen
In elk monokanaal kunt u een effectenapparaat (b. v.
compressor, noise-gate) tussenschakelen, d. w. z.
het ingangssignaal wordt na de equalizer naar het
effectenapparaat gestuurd, en na bewerking terug
naar het mengpaneelkanaal gestuurd.
Sluit het effectenapparaat via een Y-kabel (b. v.
MCA-202 van MONACOR, zie fig. 5) aan op de jack
INSERT (5). De benodigde stekker moet als volgt
zijn aangesloten:
Punt
= Send (uitgang)
Ring
= Return (ingang)
Schacht = massa
mezcla de las dos señales pueden regularse con los
potenciómetros GAIN (7) y la señal mezclada puede
tratarse como subgrupo.
5.2 Instrumentos de música y aparatos con
salida línea
Conecte fuentes de señal con salida mono línea
(p. ej. instrumentos de música) con las tomas LINE
(3). Cuando los aparatos mono están conectados
con los canales estéreo M1 y M2, conecte solo la
toma superior LEFT/MONO (4) en cada caso. La
señal de entrada está después conmutada en
interno en los canales derecho e izquierdo.
Conecte aparatos estéreo con las dos tomas
LINE (4). También es posible conectar aparatos
estéreo con las tomas LINE de los canales mono:
1. Conexiones mono
Utilice un adaptador correspondiente (p. ej. NTA-
169 o MCA-300 de MONACOR) si no, un canal
está inversado en fase (señal diferencial
estéreo). Conecte el aparato con la toma LINE
(3).
2. Conexión estéreo
Conecte separadamente los canales izquierdo y
derecho del aparato estéreo respectivamente
con una toma LINE (3) [si es necesario, vía el
cable adaptador MCA-202 de MONACOR] y gire
el reglaje de panorámico PAN (16) para el canal
izquierdo totalmente hacia la izquierda y el
reglaje de panorámico para el canal derecho
totalmente hacia la derecha, hasta el final.
5.3 Inserción de un aparato a efectos en los
canales mono
Es posible insertar en cada canal mono un aparato
a efectos (por ejemplo, compresor, noise gate): la
señal de entrada se aplica al aparato a efectos
después del ecualizador, tratarse y enviarse al canal
de la mesa de mezcla.
Conecte el aparato a efectos vía un cable en Y
(p. ej. MCA-202 de MONACOR, vea esquema 5)
5.4 Het effectenapparaat op het uitgangska-
naal AUX aansluiten
Het post-fader geschakelde uitgangskanaal AUX
kan voor een extern effectenapparaat worden ge-
bruikt. Verbind de ingang van het effectenapparaat
met de jack AUX (61) en de uitgang met de jacks
AUX INPUT (46).
5.5 Het apparaat voor klankbewerking in de
eindversterker tussenschakelen
Om de signalen van de luidsprekers die op de PMX-
700DSP zijn aangesloten verder in klank te bewer-
ken, kunt u bijvoorbeeld een equalizer tussenscha-
kelen in de eindversterker na de volumeregelaar
AMP (55). De aansluiting gebeurt via Y-kabels, b. v.
MCA-202 van MONACOR, op de beide jacks AMP
INSERT (67).
In de split-modus [toets L-R/SPLIT (54) inge-
drukt] kunt u van de jack R het monitorsignaal voor
de geluidsregeling op het podium afnemen, en van
de jack L het mastersignaal voor de geluidsregeling
in de zaal, wat een afzonderlijke afregeling van de
klank mogelijk maakt.
De benodigde stekkers moeten als volgt zijn aange-
sloten:
Punt
= Send (signaaluitgang)
Ring
= Return (signaalingang)
Schacht = massa
zwart
SEND
rood
RETURN
zwart
RETURN SEND
Y-Kabel MCA-202
con la toma INSERT (5). La toma necesaria debe
estar conectada como explicado:
punta = send (salida)
anilla
= return (entrada)
cuerpo = masa
5.4 Conexión de un aparato a efectos con la
vía AUX
La vía AUX conectada post fader puede utilizarse
para un aparato a efectos externo. Conecte la en-
trada de un aparato a efectos con la toma AUX (61)
y la salida con las tomas AUX INPUT (46).
5.5 Inserción del aparato en el amplificador
para el tratamiento del sonido
Para un tratamiento complementario del sonido de
las señales de los altavoces conectados a la PMX-
700DSP, es posible insertar en el amplificador, des-
pués del reglaje de volumen AMP (55), p. ej. un
ecualizador. La conexión se efectúa vía un cable en
Y, p. ej. MCA-202 de MONACOR, con las dos tomas
AMP INSERT (67).
En modo Split [tecla L-R/SPLIT (54) activada], la
señal monitor para una sonorización en escena está
presente en la toma R, la señal master para una
sonorización en sala con la toma L, para un trata-
miento distinto de la señal.
Las tomas necesarias deben estar conectadas
como explicado:
punta
= send (salida de la señal)
anilla
= return (entrada de la señal)
cuerpo = masa
negro
SEND
rojo
RETURN
negro
RETURN SEND
Cable en Y, MCA-202
NL
B
signaal
signaal
PMX-700DSP
INSERT
E
señal
señal
PMX-700DSP
INSERT
35