c) Selecteer de bedrijfsmodus van de snelheidsregelaar (normale of crawler-
modus)
Na het inschakelen van de snelheidsregelaar geeft de rode LED in de modus aan.
Rode LED brandt:
Rode LED knippert:
Crawler-modus:
Hierbij werkt de rem, als de gas-/remhendel op de zender in de neutrale stand is gezet. Dit is optimaal voor crawler-
voertuigen om het rijden op bijvoorbeeld een helling te vergemakkelijken.
Normale modus:
Hier biedt de snelheidsregelaar de functies vooruit rijden, rem en achteruit rijden. De remfunctie werkt dan, als de
gas-/remhendel op de zender direct zonder pauze van vooruit- naar achteruit rijden wordt geschoven.
Als de hendel van vooruit rijden naar neutraal wordt gezet, dan loopt het voertuig uit (zonder rem).
Schakelen tussen crawler- en normale modus:
• Zet de zender aan.
• Schakel vervolgens de snelheidsregelaar in en wacht
tot u de geluidssignalen voor de onderspanningsdetec-
tiefunctie hoort en het voertuig bedrijfsklaar is.
• Houd de knop op de snelheidsregelaar ingedrukt.
• Vervolgens zijn er twee mogelijkheden:
- Als de motor een kort geluidssignaal ("•") laat horen,
dan is in de normale modus geactiveerd. Laat de
knop direct los. De rode LED op de snelheidsregelaar
knippert (normale modus).
- Als de motor twee korte geluidssignalen ("• •") laat horen, dan is de crawler-modus geactiveerd. Laat de knop
direct los. De rode LED op de snelheidsregelaar brandt continu (crawler-modus).
• Het voertuig is nu klaar om te rijden in de geselecteerde bedrijfsmodus.
94
Crawler-modus (automatische motorrem in neutraalstand)
Normale modus (motorrem bedienbaar met gas-/remhendel)