BFT LEO C Instructions D'installation page 55

INSTALLATIEHANDLEIDING
Configuratie van de uitgangen EXPO1 - EXPO2-AUX
Logica Aux= 0 - Uitgang 2E RADIOKANAAL.
Het contact blijft 1 sec. dicht bij de activering van het 2e radiokanaal.
Logica Aux= 1 - Uitgang VERKLIKKERLICHTSIGNAAL HEK OPEN SCA.
Het contact blijft dicht tijdens de opening en bij open vleugel, intermitterend tijdens de sluiting, open bij gesloten vleugel.
Logica Aux= 2 - Uitgang commando HULPLICHT.
Het contact blijft 90 seconden lang gesloten na de laatste manoeuvre.
Logica Aux= 3 - Uitgang commando PLAATSELIJKE VERLICHTING.
Het contact blijft gesloten tijdens de volledige duur van de manoeuvre.
Logica Aux= 4 – Uitgang TRAPLICHT.
Het contact blijft 1 seconde gesloten aan het begin van de manoeuvre.
Logica Aux= 5 – Uitgang ALARM OPEN HEK.
Het contact blijft gesloten als de vleugel open blijft gedurende tweemaal de tijd ten opzichte van de ingestelde TCA.
Logica Aux= 6 – Uitgang voor KNIPPERLICHT.
Het contact blijft gesloten tijdens de beweging van de vleugels.
Logica Aux= 7 – Uitgang voor ELEKTRISCH KLIKSLOT.
Het contact blijft bij iedere opening 2 seconden gesloten.
Logica Aux= 8 – Uitgang voor ELEKTRISCH MAGNEETSLOT.
Het contact blijft gesloten bij gesloten hek.
Logica Aux= 9 – Uitgang ONDERHOUD.
Het contact blijft gesloten tot de ingestelde waarde in de parameter Onderhoud is bereikt om de aanvraag voor onderhoud aan te duiden.
Logica Aux= 10 – Uitgang ZWAAILICHT EN ONDERHOUD.
Het contact blijft gesloten tijdens de beweging van de vleugels. Als bij gesloten hekvleugel de waarde wordt bereikt die in de parameter Onderhoud is ingesteld, zal het contact 4
maal 10s en 5s geopend worden om de aanvraag voor het onderhoud aan te duiden.
Konfigurierung der Steuereingänge
Logik IC= 0 - Als Start E konfigurierter Eingang. Funktionsweise gemäß Logik MOV. SCHRITT SCHRITT.
Logik IC= 1 - Als Start I konfigurierter Eingang. Funktionsweise gemäß Logik MOV. SCHRITT SCHRITT.
Logik IC= 2 - Als Open konfigurierter Eingang.
Der Befehl führt eine Öffnung aus. Wenn der Eingang geschlossen bleibt, bleiben die Flügel bis zur Öffnung des Kontakts offen. Bei offenem Kontakt schließt die Automatisierung
nach der Zeit TCA, falls aktiv.
Logik IC= 3 - Als Close konfigurierter Eingang.
Der Befehl führt die Schließung aus.
Logik IC= 4 - Als Ped konfigurierter Eingang.
Der Befehl führt eine partielle Fußgängeröffnung aus. Funktionsweise gemäß Logik MOV. SCHRITT SCHRITT
Logik IC= 5 - Als Timer konfigurierter Eingang.
Funktionsweise wie bei Open, aber die Schließung ist auch nach einem Stromausfall garantiert.
Logik IC= 6 - Als Timer Ped konfigurierter Eingang.
Der Befehl führt eine partielle Fußgängeröffnung aus. Wenn der Eingang geschlossen bleibt, bleibt der Flügel bis zur Öffnung des Kontakts offen. Wenn der Eingang geschlossen
bleibt und ein Befehl Start E, Start I oder Open aktiviert wird, wird ein vollständiges Manöver ausgeführt, um dann die Fußgängeröffnung wiederherzustellen. Die Schließung wird
auch nach einem Stromausfall garantiert.
Konfigurierung der Sicherheitseingänge
Logik SAFE= 0 - Als Phot konfigurierter Eingang, Fotozelle. (Fig. F, Pos. 1).
Gestattet das Anschließen von Vorrichtungen ohne zusätzlichen Kontakt für die Überprüfung. Bei Abdunklung sind die Fotozellen sowohl beim Öffnen, als auch beim Schließen aktiv.
Eine Abdunklung der Fotozelle beim Schließen schaltet die Bewegungsrichtung erst nach der Freigabe der Fotozelle um. Falls nicht verwendet, überbrückt lassen.
Logik SAFE= 1 - Als Phot test konfigurierter Eingang, überprüfte Fotozelle. (Fig. F, Pos. 2).
Aktiviert die Überprüfung der Fotozellen bei Beginn des Manövers. Bei Abdunklung sind die Fotozellen sowohl beim Öffnen, als auch beim Schließen aktiv. Eine Abdunkelung der
Fotozelle beim Schließen schaltet die Bewegungsrichtung erst nach der Freigabe der Fotozelle um.
Logik SAFE= 2 - Als Phot op konfigurierter Eingang, Fotozelle aktiv nur bei Öffnung. (Fig. F, Pos. 1)
Gestattet das Anschließen von Vorrichtungen ohne zusätzlichen Kontakt für die Überprüfung. Deaktiviert beim Schließen das Funktionieren der Fotozelle bei Abdunkelung. Blockiert
in der Phase der Öffnung die Bewegung für die Dauer der Abdunkelung der Fotozelle. Falls nicht verwendet, überbrückt lassen.
Logik SAFE= 3 - Als Phot op test konfigurierter Eingang, überprüfte Fotozelle aktiv nur bei Öffnung (Fig. F, Pos. 2).
Aktiviert die Überprüfung der Fotozellen bei Beginn des Manövers. Deaktiviert beim Schließen das Funktionieren der Fotozelle bei Abdunkelung. Blockiert in der Phase der Öffnung
die Bewegung für die Dauer der Abdunkelung der Fotozelle.
Logik SAFE= 4 - Als Phot cl konfigurierter Eingang, Fotozelle aktiv nur bei Schließung. (Fig. F, Pos. 1)
Gestattet das Anschließen von Vorrichtungen ohne zusätzlichen Kontakt für die Überprüfung. Deaktiviert beim Öffnen das Funktionieren der Fotozelle bei Abdunkelung. Beim
Schließen schaltet sie direkt um. Falls nicht verwendet, überbrückt lassen.
Logik SAFE= 5 - Als Phot cl test konfigurierter Eingang, überprüfte Fotozelle aktiv nur bei Schließung (Fig. F, Pos. 2).
Aktiviert die Überprüfung der Fotozellen bei Beginn des Manövers. Deaktiviert beim Öffnen das Funktionieren der Fotozelle bei Abdunkelung. Beim Schließen schaltet sie direkt um.
Logik SAFE= 6 - Als Bar konfigurierter Eingang, Tastleiste. (Fig. F, Pos. 3)
Gestattet das Anschließen von Vorrichtungen ohne zusätzlichen Kontakt für die Überprüfung. Der befehl kehrt die Bewegung für 2 Sek. um. Falls nicht benutzt den Jumper eingesetzt lassen
Logik SAFE= 7 - Als Bar konfigurierter Eingang, überprüfte Tastleiste (Fig. F, Pos. 4).
Aktiviert die Überprüfung der Tastleisten bei Beginn des Manövers. Der Befehl kehrt die Bewegung für zwei Sekunden um.
Logik SAFE= 8 - Als Bar 8k2 konfigurierter Eingang (Fig. F, Pos. 5). Eingang für Widerstandskante 8K2.
Der Befehl kehrt die Bewegung für zwei Sekunden um.
Logica SAFE=9 Ingang geconfigureerd als een Bar op, gevoelige rand uitsluitend geactiveerd tijdens het openen (Afb.F, ref. 3).
Maakt de verbinding van inrichtingen zonder extra contact voor controle mogelijk. In het geval van een interventie is de interventie tijdens het sluiten uitgesloten. De interventie
tijdens het openen veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging. Laat de brug op zijn plaats als deze functie niet wordt gebruikt.
Logica SAFE=10 Ingang geconfigureerd als een Bar op test, gevoelige rand uitsluitend geactiveerd tijdens het openen (Afb.F, ref. 4).
Hiermee wordt de controle van de gevoelige randen aan het begin van de manoeuvre geactiveerd. In het geval van een interventie is de interventie tijdens het sluiten uitgesloten. De
interventie tijdens het openen veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging.
Logica SAFE=11 Ingang geconfigureerd als een Bar 8k2 op, gevoelige rand 8k2 uitsluitend geactiveerd tijdens het openen (Afb.F, ref. 5).
In het geval van een interventie is de interventie tijdens het sluiten uitgesloten. De interventie tijdens het openen veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging.
Logica SAFE=12 Ingang geconfigureerd als een Bar cl, gevoelige rand uitsluitend geactiveerd tijdens het sluiten (Afb.F, ref. 3).
Maakt de verbinding van inrichtingen zonder extra contact voor controle mogelijk. In het geval van een interventie is de interventie tijdens het openen uitgesloten. De interventie
tijdens het sluiten veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging. Laat de brug op zijn plaats als deze functie niet wordt gebruikt.
Logica SAFE=13 Ingang geconfigureerd als een Bar cl test, gevoelige rand uitsluitend geactiveerd tijdens het sluiten (Afb.F, ref. 4).
Hiermee wordt de controle van de gevoelige randen aan het begin van de manoeuvre geactiveerd. In het geval van een interventie is de interventie tijdens het openen uitgesloten.
De interventie tijdens het sluiten veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging.
Logica SAFE=14 Ingang geconfigureerd als een Bar 8k2 cl, rand 8k2 uitsluitend geactiveerd tijdens het sluiten (Afb.F, ref. 5).
In het geval van een interventie is de interventie tijdens het openen uitgesloten. De interventie tijdens het sluiten veroorzaakt 2 sec. lang de omkering van de beweging.
55
LEO C-