ONDERHOUD
Goed onderhoud is onontbeerlijk voor een veilige, economische en
probleemloze werking van de pomp en zorgt ook ervoor dat het
leefmilieu minder wordt belast.
B WAARSCHUWING
Een onvoldoende of verkeerd onderhouden pomp of een
niet of slecht verholpen storing kunnen ernstige letsels
en zelfs fatale verwondingen veroorzaken.
Volg altijd de voorschriften, aanbevelingen en schema's
in dit instructieboekje op in verband met de controle en
het onderhoud
Op de pagina's hierna zijn een onderhoudsschema, procedures voor
routine-controles, en richtlijnen voor een eenvoudige
onderhoudsbeurt met basisgereedschap opgenomen.
Onderhoudswerkzaamheden die ingewikkelder zijn of speciaal
gereedschap vereisen, worden best uitgevoerd door vakmensen. Dit
kan een technicus van Honda of een andere vakkundige monteur zijn.
Het onderhoudsschema geldt voor een normaal bedrijf. Wanneer de
pomp aan extreme bedrijfsomstandigheden wordt blootgesteld, zoals
hoge toerentallen, hoge omgevingstempersturen, buitengewoon natte
of stoffige omstandigheden, enz., doet u goed eraan uw dealer te
raadplegen voor advies betreffende een onderhoud dat op uw
specifieke behoeften en gebruik is afgestemd.
Vergeet niet dat een erkende Honda-dealer uw pomp het best kent en
over de nodige kennis en het juiste gereedschap beschikt om ze te
onderhouden en herstellen.
Bij onderhouds- en herstellingswerkzaamheden garanderen enkel
nieuwe originele Honda-onderdelen optimale prestaties en een
maximale betrouwbaarheid van uw pomp.
VEILIGHEID TIJDENS
ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN
Hoewel hierna enkele zeer belangrijke veiligheidsvoorschriften
volgen, kunnen we onmogelijk op elke potentieel gevaarlijke situatie
ingaan die zich kan voordoen tijdens onderhoudswerkzaamheden.
Alleen u beslist of u een bepaald onderhoud al dan niet moet
uitvoeren.
B WAARSCHUWING
Het niet naleven van de onderhoudsinstructies en
veiligheidsvoorschriften kan leiden tot zware en zelfs
fatale letsels.
Volg altijd de aanbevelingen en voorschriften in dit
instructieboekje op.
Veiligheidsvoorschriften
• Controleer of de motor is afgezet alvorens met de
onderhoudswerkzaamheden te beginnen. Zo voorkomt u
verschillende potentieel gevaarlijke situaties:
• koolmonoxidevergiftiging door de uitlaatgassen. Zorg voor
voldoende verluchting op de plek waar de motor is opgesteld.
• brandwonden door hete onderdelen. Laat de motor en de
uitlaat afkoelen alvorens ze aan te raken.
• letsels door bewegende onderdelen. Laat de motor niet
draaien, tenzij u daarom wordt gevraagd.
• Neem de instructies door alvorens te beginnen, en ga na of u over
de vereiste kennis en gereedschap beschikt.
• Wees voorzichtig wanneer u in de directe omgeving van benzine
werkt teneinde het risico op brand of explosies zo klein mogelijk te
houden. Gebruik enkel niet ontvlambare solventen om onderdelen
te reinigen, geen benzine. Rook niet en vermijd vonken en open
vuur wanneer u onderdelen onderhoudt of herstelt die in contact
komen met benzine.
ONDERHOUDSSCHEMA
1
Interval
Voor elk gebruik
Na elk gebruik
Na 1ste maand of
20 bedrijfs-uren
Elke 3 mnd of na
50 bedrijfs-uren
Elke 6 mnd of na
100 bedrijfs-uren
Elk jaar
Elke 2 jaar
1. Houd ingeval van professioneel gebruik de bedrijfsuren bij om de
onderhoudsbeurten te kunnen plannen.
2. Vaker wanneer de pomp in stoffige omstandigheden wordt ingezet.
3. Moet worden uitgevoerd door een erkende Honda-dealer, tenzij de
eigenaar over het nodige gereedschap beschikt en de vereiste
technische kennis bezit.
Nalaten dit onderhoudsschema op te volgen kan storingen tot
gevolg hebben die niet door de garantie worden gedekt.
MOTORONDERHOUD
Motoroliepeil controleren
Controleer het motoroliepeil met de pomp op een vlakke ondergrond
en met motor afgezet.
1. Draai de olievuldop los en veeg de peilstok [1] schoon met een
doek.
NEDERLANDS
Onderdeel
Motorolie: Controleren (pagina 7)
Luchtfilter: Controleren (pagina 8)
Spoel de pomp kamer (pagina 11)
Motorolie: Verversen (pagina 7)
2
Luchtfilter: Reinig./Vervang
Bezinkbekertje: Reinigen (pagina 10)
2
Motorolie: Verversen
(pagina 7)
Bougie : Controleren-instellen (pagina 9)
Vonkenvanger (optie): Reinigen (pagina 11)
2
Motorolie: Verversen
(pagina 7)
2
Luchtfilter: Vervangen
(pagina 8)
Bougie: Vervangen (pagina 9)
Klepspeling: Controleren-instellen
Stationair toerental: Controleren-instellen
Benzinetank en -filter: Reinigen
Benzineslang: Vervangen indien nodig
(pagina 8)
3
3
3
3
[1]
7