Viscount
Prestige 100
2.6 DE AANSLUITINGEN OP HET ACHTERPANEEL
1
1. [EXT. +12V DC] connector: deze plug kan worden gebruikt om de +12 Volt DC spanning te
verkrijgen die nodig is voor de VISCOUNT luidsprekers, die verbonden zijn met de [MAIN
OUTPUTS] connector en/of die van [ANTIPHONAL OUT].
2. [MAIN OUTPUTS] Section: deze sectie bevat 8 'line out' aansluitingen, die kunnen worden
geactiveerd met behulp van de [MAIN ON] schakelaar op het centrale bedieningspaneel (zie
punt 2 van par. 2.2). Op deze wijze kunnen maximaal 8 externe luidsprekers voor extra
geluidsversterking worden aangesloten.
Met behulp van interne instelfuncties, die kunnen worden opgeroepen via de centrale
besturingseenheid, wordt ook het mogelijk om de verschillende parameters (instelmogelijkheden)
voor deze audio uitgangen te wijzigen (daarbij kan worden gedacht aan b.v. de individuele
geluidssterkten, vertragingen en klankegalisatie) en om deze uitgangen zodanig af te stellen dat
daarmee de eigenschappen van de windladen van een pijporgel worden nagebootst.
Deze functies, die 'EXTERNAL OUTPUTS CONTROL' (externe uitgangsregeling) en
'EXTERNAL VOICES ROUTER' (externe ruimtelijke verdeling van de uitgangen) worden
genoemd, zijn beschreven in het 'Uitgebreide handleiding'.
WAARSCHUWING!
-
Speciale aandacht wordt gevraagd voor het feit dat niet aangesloten [MAIN OUT]
connectors ook de daarop volgende connectors uitschakelen. Dat betekent bij voorbeeld
dat wanneer connector [6] niet is aangesloten, ook de connectors [7] en [8] buiten werking
zijn gesteld.
-
Om een optimale nabootsing van de geluidsweergave van orgelpijpen te verkrijgen, dienen
de luidsprekerboxen in dezelfde volgorde als de nummering van de uitgangen te worden
geplaatst. De luidsprekerbox die is verbonden met uitgang [1] dient uiterst links te worden
opgesteld, gevolgd door de luidsprekerboxen die verbonden zijn met de uitgangen [2],
[3] en [4], zodat de laatste luidsprekerbox die aangesloten is op uitgang [8] uiterst rechts
staat opgesteld.
3. [ANTIPHONAL OUT] sectie: deze sectie bevat de vier lijnuitgangen die worden geactiveerd
met behulp van het [ANTIPHONAL ON] register op het centrale paneel (zie punt 2 van par.
2.2). De signalen worden verdeeld over de vier uitgangen in overeenstemming met de instellingen
in het SET-UP menu (ANTIPHONAL OUTPUTS SETTING functie), de instelling van de interne
- Verkorte handleiding
3
2
4
90