NEDERLANDS
schakelaars in een reparatiedienst
vervangen. Gebruik dit toestel niet,
wanneer u de schakelaar niet kan
in- en uitschakelen.
Zorg ervoor dat er zich geen oliën of
vetten op de handgrepen bevinden
en dat deze droog blijven.
A
Gevaar door blokkerende
werkstukken of werkstukdelen!
Indien een blokkade optreedt:
1.
Schakel het apparaat uit.
2.
Trek de stekker uit het stopcontact.
3.
Draag veiligheidshandschoenen.
4.
Blokkering verwijderen met geschikt
gereedschap.
4.3
Symbolen op de machine
A
Gevaar!
Het negeren van de volgende waar-
schuwingen kan zware verwondin-
gen en materiële schade tot gevolg
hebben.
Lees de gebruiksaanwij-
zing.
de stekker uit het stopcon-
tact trekken,
Looprichting van het zaag-
lint.
Gegevens op het type-
plaatje:
28
29
30
31
32
33
34
28 Fabrikant
29 Serienummer
30 Apparaatbenaming
31 Motorgegevens (zie ook „Techni-
sche gegevens")
32 CE-kenmerk – Dit apparaat beant-
woordt aan de EU-richtlijnen over-
eenkomstig de conformiteitsverkla-
ring
33 Afvoersymbool – Apparaat kan via
de fabrikant worden afgevoerd
34 Bouwjaar
35 Afmetingen van de toegelaten
zaaglinten
42
4.4
Veiligheidsvoorzieningen
Bovenste zaaglintbescherming
De bovenste zaaglintbescherming (37)
verhindert ongewild hand-/vingercontact
met het zaaglint en biedt bescherming
tegen rondvliegende houtspaanders en
zaagsel.
Bewaar tussen de bovenste lintgeleider
en het werkstuk steeds een afstand van
3mm, zodat de bovenste zaaglintbe-
scherming een contact met het zaaglint
voldoende kan verhinderen.
Onderste zaaglintbescherming
De onderste zaaglintbescherming (38)
verhindert ongewild contact met het
zaaglint onder het tafelblad.
De onderste zaaglintbescherming moet
tijdens het gebruik gemonteerd zijn.
Deuren van de behuizing
De deuren van de behuizing (36) verhin-
deren het contact met de aangedreven
onderdelen in het binnenwerk van de
zaagmachine.
35
De deuren van de behuizing zijn met
een deurzekering uitgerust. Deze scha-
kelt de motor uit, wanneer een behui-
zingsdeur bij ingeschakelde zaag wordt
geopend.
De deuren van de behuizing moeten
gedurende het bedrijf zijn gesloten.
Duwhout
Het duwhout is een verlenging van de
hand en verhindert ongewild contact met
het zaaglint.
Het duwhout moet altijd gebruikt worden
als de afstand tussen het zaaglint en
een parallelle aanslag kleiner is dan 120
mm.
Het duwhout moet in een hoek van
20 ... 30 t.o.v. het oppervlak van het
tafelblad gehouden worden.
Als u het duwhout niet nodig heeft, kunt
u het aan de daarvoor voorziene houder
aan de machine hangen.
36
Als het duwhout beschadigd is, moet hij
vervangen worden.
5. Zaag transporteren
37
Breng de bovenste lintgeleider hele-
maal naar beneden.
Schroef uitstekende accessoires
los.
Transporteer de zaag met de hulp
38
van een tweede persoon.
Gebruik voor het transport indien
mogelijk de originele verpakking.
6. Belangrijke bedienings-
36
elementen
3
Info:
In
dit
belangrijkste bedieningselementen van
de machine voorgesteld.
De correcte omgang met de machine is
beschreven in het hoofdstuk Bediening.
Lees het hoofdstuk Bediening voor u de
machine de eerste keer gebruikt.
Hoofdschakelaar
Inschakelen = groene schakelaar
(39) indrukken.
Uitschakelen = rode schakelaar (40)
indrukken.
39
40
Als de spanning wegvalt, dan slaat er
een minimumspanningsrelais aan. Zo
wordt verhinderd dat de zaag vanzelf
gaat draaien als er weer spanning is.
Om in dit laatste geval de machine
opnieuw te starten, moet u opnieuw op
de groene schakelaar drukken.
Draaisluiting kastdeur
Met de draaisluiting (41) opent en sluit u
de kastdeur.
hoofdstuk
worden
de