nl
NEDERLANDS
Bij invalsnedes met het zaagblad in een
schuine stand groter dan 15° t.o.v. de
verticale stand dient u ook het volgende in acht
te nemen:
- Om veiligheidsredenen de geleiderail 6.31213
gebruiken.
- De geleiderail met de 2 spanbeugels 6.31031
op het werkstuk vastspannen.
- De machine met de rechterhand aan de
handgreep vasthouden en de geleideplaat
met de linkerhand op de geleidrail drukken,
zodat de machine goed op de geleiderail rust.
- De arrêteerschroef (20) losdraaien en het
motordeel in de bovenste stand brengen.
- De beweeglijke beschermkap met de hendel (17)
volledig openen, zodat de machine op het
werkstuk kan worden geplaatst.
- De gewenste zaagdiepte voorinstellen met de
zaagdiepteaanslag (22), zie afbeelding, pag. 2.
Hiervoor de spanhendel (21) losdraaien, de
zaagdiepteaanslag (22) bij de schaal (23)
instellen op de gewenste zaagdiepte en de
spanhendel weer vastklemmen.
- Het zaagblad afstellen op de afgetekende lijn.
- De achterkant van de geleiderail dient tegen de
aanslag van de geleiderail of tegen de op het
werkstuk aangebrachte aanslaglijst te liggen.
- Machine inschakelen.
- De machine stevig vasthouden en met gevoel
naar beneden drukken. Het zaagblad snijdt in het
werkstuk in. De invaldiepte kan op de schaal (23)
afgelezen worden.
7.4
Zagen met geleiderail 6.31213
Voor op de millimeter precieze, rechte en
splintervrije snijkanten. De antisliplaag zorgt voor
een veilig plaatsen van de geleideplaat op het
werkstuk en beschermt het werkstukoppervlak
tegen krassen. Door aanslagen op de geleiderail
kan de machine bij invalsnedes worden aangelegd
en kunnen zaagsnedes met gelijkblijvende lengte
worden uitgevoerd.
Geleiderail 6.31213 zie het hoofdstuk Accessoires.
8. Onderhoud
De machine regelmatig reinigen. Daarbij de
ventilatiesleuven van de motor met een stofzuiger
uitzuigen. De beweeglijke beschermkap (3) regel-
matig met perslucht reinigen (veiligheidsbril
dragen). Deze moet vrij bewogen kunnen worden
en automatisch, gemakkelijk en exact in de eind-
stand terugkeren.
8.1
Zaagbladwissel
Stekker uit het stopcontact trekken, voordat er
instellingen of onderhoudswerkzaamheden
uitgevoerd worden.
- Spilvastzetknop (26) indrukken en ingedrukt
houden.
- Ringsleutel in de zaagblad-bevestigingschroef
(29) plaatsen. Langzaam met de in de zaagblad-
bevestigingsschroef geplaatste ringsleutel aan de
zaagas draaien, tot de vergrendeling vastklikt. (De
spindel is nu beveiligd tegen draaien.)
26
- Zaagblad-bevestigingschroef (29) tegen de klok
in uitdraaien.
- Spilvastzetknop (26) loslaten.
- Beschermkap (3) met de hand tot de aanslag
openen en open houden.
- Spilvastzetknop (26) indrukken en ingedrukt
houden.
- Beschermkap loslaten. (Hij wordt nu
vastgehouden door de spilvastzetknop (26)).
- Spilvastzetknop (26) loslaten.
- Zaagblad (28) afnemen.
- De steunvlakken tussen binnenste zaagbladflens
(27), zaagblad (28), en zaagblad-
bevestigingsschroef (29) moeten vrij zijn van
zaagspanen.
- Let erop dat de binnenste zaagbladflens (27) in de
juiste richting is ingezet (De kraag wijst naar het
zaagblad).
Voor een goede werking van de
veiligheidskoppeling moet de zaagblad-
bevestigingschroef (29) bij het contactvlak met
het zaagblad met een dunne vetfilm bedekt
zijn. Met een multi-purpose vet (DIN 51825 - ME
/
HC 3/4 K -30) bijvetten.
- Nieuw zaagblad plaatsen. Letten op juiste
draairichting. De draairichting is m.b.v. pijlen op
zaagblad en beschermkap aangegeven.
- Spilvastzetknop (26) indrukken en ingedrukt
houden.
- De zaagblad-bevestigingschroef (29)
aanbrengen en met de richting van de klok mee
goed vastdraaien.
- Beschermkap (3) met de hand tot de aanslag
openen. Hierdoor wordt de vergrendeling
opgeheven. De beschermkap in gesloten positie
laten draaien.
Alleen scherpe, onbeschadigde zaagbladen
gebruiken. Geen gebarsten of vervormde
zaagbladen gebruiken.
Geen zaagbladen van hooggelegeerd
snelarbeidsstaal (HSS) gebruiken.
Geen zaagbladen gebruiken die niet voldoen
aan de karakteristieken.
Het zaagblad moet geschikt zijn voor het
onbelaste toerental.
Gebruik een zaagblad dat geschikt is voor het
te zagen materiaal.
Zaagbladen die zijn ontworpen voor het zagen
van hout of dergelijke materialen, moeten
voldoen aan EN 847-1.
9. Accessoires
Gebruik uitsluitend originele Metabo accessoires.
Gebruik alleenaccessoires die voldoen aan de in
deze gebruiksaanwijzing genoemde eisen en
kenmerken.
Compleet accessoireprogramma zie
www.metabo.com of hoofdcatalogus.