Nederlands
VOORZICHTIG! Gevaar voor product- en gevolgschade!
Nooit vreemde voorwerpen in de Wilo-ElectronicControl voeren (lijm,
afdichtingsmiddel, spanen, ...).
Het is verplicht een terugslagklep direct aan de Wilo-ElectronicControl te mon-
teren om een correcte werking van de Wilo-ElectronicControl te garanderen.
Met een membraandrukvat met een volume van ca. 2 liter (fig. 2, pos. 4) is een
optimale regeling van de installatiedruk mogelijk. Aan het membraandrukvat
adviseren wij een voordruk die 0,5 bar lager ligt dan de gewenste druk van de
installatie.
Om een correcte werking van de Wilo-ElectronicControl te garanderen, moet
worden voorkomen dat er vaste stoffen in het apparaat binnendringen. Dit is
mogelijk met doeltreffende maatregelen, zoals een filter of een zuigzeef aan de
zuigzijde.
7.2 Elektrische aansluiting
GEVAAR! Gevaar door elektrische schok!
De elektrische aansluiting moet conform de geldende, plaatselijke voor-
schriften worden uitgevoerd door een elektromonteur die erkend is door het
plaatselijke energiebedrijf.
7.2.1 Elektrische aansluiting van de Wilo-ElectronicControl
De Wilo-ElectronicControl moet met de meegeleverde aansluitkabels van de
fabrikant worden geïnstalleerd. Beschadigde kabels moeten door een geautori-
seerde vakmonteur worden vervangen.
Het stroomtype en de netspanning moeten overeenstemmen met de eigen-
schappen van de Wilo-ElectronicControl, zie typeplaatje van de Wilo-
ElectronicControl.
Wij adviseren een veiligheidsschakelaar met een nominale verliesstroom van
30mA die gevoelig is voor alle types stroom en een magneto-thermische veilig-
heidsschakelaar met 16 A te installeren.
GEVAAR! Gevaar door elektrische schok!
De pompmotor volgens de voorschriften aarden.
7.2.2 Elektrische aansluiting van de pompmotor
De Wilo-ElectronicControl volgens de aansluitschema's (fig. 5 en fig. 6) met de
klemmenkast van de pomp verbinden.
7.2.3 Elektrische aansluiting van de droogloopbeveiliging
De Wilo-ElectronicControl beschikt over de mogelijkheid een potentiaalvrij
contact aan te sluiten (stromingsschakelaar of andere) waarmee een extra
droogloopbeveiliging kan worden opgebouwd. Voor de aansluiting, zie fig. 7.
53
WILO SE 05/2011