5 pH- en redox-meting
5.1 Voorbereiden van de pH-/redox-elektrode
droog?
5.2 Kalibreren van de pH-elektrode
De specificaties van pH-elektroden zijn onderhevig aan grote schommelingen als gevolg
van veroudering en door strooiing tussen de verschillende elektrode-exemplaren. Daa-
rom moet u – voorafgaand aan elke meting – de laatste kalibratie verifiëren. Gebruik
daarbij geschikte bufferoplossingen. Constateert u afwijkingen? Kalibreer dan opnieuw.
Let tijdens het kalibreren op de instelling van het meetinstrument:
• Verifieer of in het scherm de parameter pH ( ) is geselecteerd.
• Stel in het configureermenu in of u een één-, twee- of driepuntskalibratie wilt uitvoeren
(<SEt PArA>: CAL)
• Selecteer in het configureermenu een bijbehorende bufferreeks (<SEt PArA>: CAL.P)
automatische
bufferdetectie
Handmatige confi-
guratie
2-PT
pH A
pH B
1-PT
3-PT
SD_305_pH/ORP_1 04/2021
5 h
Standaard-bufferoplossingen om mee te kalibreren
Std
pH 4,01; pH 7,00; pH 10,01
Bufferoplossingen conform de norm DIN 19266
din
pH 1,68 ; pH 4,01 ; pH 6,87 ; pH 9,18 ; pH 12,45
Edit
willekeurige bufferoplossing om mee te kalibreren
Bereid het gewenste aantal kalibreeroplossingen voor.
pH C
Eén-, twee- of driepuntskalibratie
Spoel de elektrode met gedestilleerd water of met
gedeïoniseerd water. Droog de elektrode voorzichtig
met een papieren doekje.
Wegnemen van de bewaarfles. Inspec-
teren van de staat waarin de elektrode
verkeert. Is de sensor droog? Leg dan de
elektrode gedurende ten minste 5 h in
een verse bewaaroplossing (3 M KCl).
Inspecteer de punt van de sensor op
aanwezigheid van luchtbellen. Zijn er
luchtbellen aanwezig? Schud de sensor
dan voorzichtig om de luchtbellen te
laten ontsnappen.
159