Drukregelapparatuur en slangen moeten
uiterlijk 10 jaar (bij bedrijfsmatig gebruik
8 jaar) na de datum van fabricage worden ver-
vangen door nieuwe.
Slangen regelmatig controleren en bij
broosheid laten vernieuwen.
Veilig gebruik
Voor het gebruik van gasdrukregelinstal-
laties, gasapparatuur of gasinstallaties
is het gebruik van staande gasflessen waaruit
gas uit de gasfase wordt onttrokken dwin-
gend voorgeschreven. Gasflessen waaruit
gas uit de vloeistoffase wordt onttrokken (bijv.
voor heftrucks) mogen niet worden gebruikt,
omdat ze tot beschadiging van de gasinstalla-
tie leiden.
De werkdruk van de gastoevoer (30 mbar)
en die van het toestel (zie typeplaatje)
moeten overeenstemmen.
Voor de gasinstallatie mogen in Duits-
land uitsluitend drukregelaars volgens
EN 16129 (in voertuigen) met een vaste uit-
gangsdruk van 30 mbar worden gebruikt. Het
debiet van de drukregelinstallatie moet ten
minste overeenkomen met het maximale ver-
bruik van alle door de fabrikant van de installa-
tie ingebouwde apparatuur.
Voor voertuigen adviseren wij de gasdruk-
regelinstallatie Truma MonoControl CS
en voor de gasinstallatie met twee flessen de
gasdrukregelinstallaties Truma DuoComfort /
DuoControl CS.
Bij temperaturen rond de 0 °C en lager
moeten de gasdrukregelinstallatie of de
omschakelklep samen met de gasdrukrege-
laarverwarming EisEx worden gebruikt.
Er mogen uitsluitend voor het land van
bestemming geschikte slangen, die
voldoen aan de eisen van het land, worden
gebruikt.
36
Als een af fabriek nieuw toestel voor het
eerst in gebruik wordt genomen, kan er
enige tijd sprake zijn van rook of stankontwik-
keling. Bij ingebruikneming na een extra lange
stilstandsperiode kan er gedurende korte tijd
door stof en vuil een lichte rook- en stankont-
wikkeling optreden. Het is raadzaam om het
toestel ten behoeve van de zelfreiniging dan
enkele minuten op maximaal vermogen te la-
ten branden en te zorgen voor een goede ven-
tilatie van de ruimte.
Dit toestel kan worden gebruikt door
kinderen vanaf 8 jaar en daarnaast door
personen met verminderde fysieke, sensori-
sche of mentale capaciteiten of gebrek aan er-
varing en kennis, mits ze onder toezicht staan
of in het veilige gebruik van het toestel zijn
geïnstrueerd en de risico's die daaruit voort-
vloeien begrijpen.
Kinderen mogen niet met het toestel
spelen.
De dubbelwandige doorvoerbuis moet
regelmatig, met name na langere ritten,
worden gecontroleerd op het ontbreken van
beschadigingen en een stevige aansluiting en
eveneens op de bevestiging van het apparaat
en van de rookgasafvoer.
Om schade aan het toestel door spat-
water bijvoorbeeld bij het schoonmaken
van het voertuig te voorkomen, niet direct in
de rookgasafvoer spuiten.
Gebruik tijdens het rijden
Voor het verwarmen tijdens het rijden is in
de UN ECE-regeling 122 een veiligheidsaf-
sluiter voorgeschreven, om het ongecontro-
leerd ontsnappen van gas bij een ongeval
te voorkomen. De gasdrukregelinstallatie
Truma MonoControl CS voldoet aan deze eis.
Nationale voorschriften en regelingen moeten
in acht worden genomen.
Als er geen veiligheidsafsluiter (bijv. geen
Truma MonoControl CS) is geïnstalleerd, moet
de gasfles tijdens het rijden worden gesloten en
moeten er waarschuwingsplaatjes volgens de
geldende voorschriften worden aangebracht.