4.7 NIVELLERINGSSLOFFEN
De sloffen dienen om de afstand van de
toevoerschroef ten opzichte van het terrein te
regelen, om de schroef niet te beschadigen.
De machine wordt met 2 soorten sloffen geleverd:
• in metaal: deze moeten gebruikt worden
wanneer men op harde of onregelmatige
terreinen werkt, die de sloffen zouden
kunnen beschadigen, zoals bijvoorbeeld
asfalt of grindwegen (afb. 16.B).
• in kunststof: deze moeten gebruikt
worden op zachtere terreinen, die
de sloffen niet beschadigen, zoals
tuinen of weggetjes (afb.16.C).
Voor montage:
1. Draai de schroeven los (afb. 16.A).
2. Breng de sloffen omhoog /
omlaag (afb. 16.B, 16.C).
3. De schroeven bevestigen.
Controleer of de sloffen aan beide kanten
op hetzelfde niveau afgesteld zijn.
5. BEDIENINGSELEMENTEN
5.1 CONTACTSLEUTEL
Staat toe de motor te stoppen en te starten. De
contactsleutel heeft twee standen (afb. 15.A):
1. Sleutel verwijderd - OFF - de motor
stopt en kan niet opgestart worden.
2. Sleutel in - ON - de motor kan opgestart
en in dienst gezet worden.
BELANGRIJK De motor start niet indien
de veiligheidssleutel niet volledig ingestoken
is. Bij sommige modellen, moet de sleutel
ook met de klok mee gedraaid worden
om het opstarten mogelijk te maken.
5.2 BRANDSTOFKRAAN
De opening van de brandstofkraan staat de
verstrekking van de brandstof toe (afb. 15.B).
1. Tegen de wijzers van de klok in - open.
2. Met de wijzers mee - gesloten.
5.3 COMMANDO VERSNELLING
Stelt het aantal toeren van de motor af.
De op het plaatje aangegeven posities
stemmen overeen met (afb. 15.C):
1. Vol toerental. Steeds te
gebruiken bij het opstarten van
de motor en tijdens de werking.
2. Minimum. Te gebruiken wanneer
de motor warm genoeg is
tijdens de parkeerfasen.
3. Stopstand (indien aanwezig).
De machine stopt onmiddellijk.
4. Tussenstand (indien
aanwezig). Wanneer men de
gashendel verplaatst naar haas /
schildpad, kan men de snelheid
verhogen / verlagen en de
meest geschikte snelheid kiezen
voor de werkbehoeften (hoge
sneeuw, oneffen terrein, enz.).
5.4 COMMANDO CHOKE
Dit wordt gebruikt om de motor koud op
te starten. Het commando van de choke
heeft twee standen (afb. 15.D):
De choke is ingeschakeld
(voor koud starten).
De choke is uitgeschakeld (normale
werking en warm starten).
5.5 PRIMER
Druk op het rubberen commando van de
primer om brandstof in de zuigcollector van de
carburator te spuiten, en zo het opstarten bij
koude motor te vereenvoudigen(afb. 15.L).
5.6 HANDVAT VOOR HANDMATIGE START
Dit staat de handmatige start van
de motor toe (afb. 15.H).
5.7 COMMANDO VOOR
ELEKTRISCHE START
Dit staat de elektrische start van de motor toe
(afb.15.M) wanneer de machine verbonden
is aan het elektrisch net met de stekker met
drie polen, voorzien van aarding (afb. 15.G).
5.8 COMMANDO VOORTBEWEGING
Dit commando staat de voortbeweging
van de machine toe.
NL - 8